Ellen Deckwitz won in 2009 de Meander Dichtersprijs. Ze was toen al een bekende naam in het poetry slam-circuit en ze was een van de eersten die op de lijstjes verscheen toen we de profetisch bedoelde Meanderbundel Nog een lente. 30 dichters, gekozen door Meander gingen samenstellen. De bedoeling van die bundel was om dichters te presenteren die de paar jaar daarna voor vuurwerk zouden gaan zorgen. En dat is, met bijvoorbeeld Buddingh’-prijzen voor Delphine Lecompte en Lieke Marsman, aardig gelukt. Saillant detail is dat Deckwitz in de strijd om de Meander Dichtersprijs destijds Marsman achter zich liet. Dat beloofde dus wat voor haar debuutbundel.
De poëzie van Ellen Deckwitz kenmerkt zich nou niet bepaald door vrolijkheid. Sterker nog, toen ik de eerste paar gedichten van De steen vreest mij had gelezen werd ik bang voor een teleurstelling. In het eerste, zoals alle gedichten in deze bundel titelloze, gedicht staat ‘Je bijt mijn nagels zachtjes af, / je bijt mijn nagels af.’ Op zich niets mis mee, maar het gedicht begon ook al met ‘donker’ en ‘takken’ en het ligt er allemaal een klein beetje dik bovenop. Als ik dan in het volgende gedicht lees over ‘afgeknarste tanden en vervolgens weer over takken denk ik: het moet geen trucje worden.
Gelukkig is Deckwitz meestal te goed en te origineel om op trucjes te vertrouwen. Het donker blijft, maar het neemt telkens andere vormen aan. De meest angstaanjagende daarvan is een drinkende moeder:
Onze moeder kan een voetstuk op (één teug),
ze drinkt al jaren onder de tafel. Van flessenbodems
schrapen we gedachtenis af. We zetten ze bij,
En af en toe wil er ook nog wat humor doorheen schijnen. Dat heeft soms het effect dat het het gedicht alleen nog maar schrijnender maakt, zoals in dit gedicht (dat na publicatie in Meander toevallig ook aan de basis stond van Deckwitz’ winst van de Meanderprijs):
Alles nam hij mee, verjaardagen,
thuissleutels, mondwater.
Alleen zijn tandfloss staat er nog
met een stukje draad buiten
het doosje. Uitgedroogde tongvan aan boom vastgebonden hond.
Mijn lach straalt soms
een stukje draad tussen de kiezen
dat ik niet weghaal
dat de hele dag zacht
mijn tong aanraakt.
Zie daar: als Deckwitz wegblijft bij de al te voor de hand liggende beelden en haar duisternis wat lucht geeft, wat meer in de echte wereld plaatst, maakt ze geweldige dingen.
Nijgh & van Ditmar, 2011
ISBN 978 90 388 9414 0
48 p., € 14,95
Leave a Reply