‘Opgeruimd staat netjes. En voor jou kan ik twee jongeren in dienst nemen.’
Dat krijgt journalist van de oude stempel, Freek de Geus in Alles voor de dakgoot te horen van Menno Kneepkens, hoofdredacteur van de krant de Nieuwe Koerier. De Geus ziet met lede ogen de popularisering van de krant aan waar Kneepens zo’n voorstander van is. ‘Een moderne krant.’ Geen diepgravende artikelen meer, maar luchtig societynieuws – daar is omzet mee te behalen. Exit Freek de Geus: met vervroegd pensioen.
Freek raakt er zo door getroebleerd, is zo gekwetst dat hij zichzelf langzaam kwijtraakt. Hij vertrekt naar Berlijn, daar wil hij een boek schrijven dat weer structuur aan zijn leven zal geven. En ook om weg te kunnen komen van zijn echtgenote Kythia, een hysterische, in de eredivisie van de borderliners meespelende vrouw. Voor Kythia speelt haar joodse achtergrond en dan met name de Holocaust, als kind van overlevenden, een essentiële rol in haar leven. De scènes tussen haar en De Geus worden pijnlijker naarmate Alles voor de dakgoot vordert, ze vormen de kern van de roman: Freek en Kythia kunnen niet met en zonder elkaar.
Natúúrlijk geeft Haveman voor in het boek aan dat gelijkenis met bestaande personen louter op toeval berust. De Nieuwe Koerier is niet de Volkskrant waar Ben Haveman bijna 30 jaar voor heeft geschreven, totdat hoofdredacteur Pieter Broertjes hem met vervroegd pensioen stuurde. Maar dan toch: de Freudiaanse tik-/typfout op pagina 45, als er over de Volkskoerier wordt gesproken in plaats van de Nieuwe Koerier? Bewust of onbewust?
Haveman ging net als zijn hoofdpersoon naar Berlijn om te schrijven aan het boek. En de oud-journalist werd, net als Freek, ten tijde van voor de val van de Muur afgeluisterd, zo vertelde hij in het radioprogramma Brands met Boeken.
Ja, Menno Kneepkens is eigenlijk gewoon Pieter Broertjes, en in ‘mede-populariseerder’ Rémy Gongrijp uit het verhaal is Barbara van Beukering te herkennen, ‘oprichtster’ van het door Haveman zo verfoeide Volkskrant Magazine en nu hoofdredacteur van Het Parool. Het zijn juist deze ‘overeenkomsten’ die het boek zo amusant maken.
En wat een hekel heeft Freek de Geus aan Kneepkens die het jonge grut zonder ervaring naar binnenhaalt. Want jong is modern. Freek vindt ‘modern’ een loos cliché uit de catalogus van de geestelijke armoede. ‘Ik ben een vakman die zich niet laat smoren in de verzadigde vetzuren van jouw holle soundbite-journalistiek.’ Is het Freek die dit zegt, of Haveman?
Vrij Nederland noemt Havemans roman een lachpil. Uw recensent heeft moeite een roman die gaat over onmacht, onvermogen en verraad als een lachpil te omschrijven. Dat doet ook het literaire gehalte onrecht aan. Alles voor de dakgoot is vooral een cynisch boek met prachtig geschreven zinnen.
Haveman gaf in Brands met Boeken aan dat hij wel verwachtte dat het in besprekingen/recensies van Alles voor de dakgoot vooral zou gaan over de eventuele overeenkomsten tussen Freek de Geus en hemzelf, tussen de Nieuwe Koerier en de Volkskrant. Maar hij hoopte dat lezers ook verder zouden kijken, naar de andere verhaallijnen. En terecht: de verhaallijn over Berlijn met zijn rare karakters is net zo belangrijk als de perikelen bij de Volkskrant de Nieuwe Koerier.
Uw recensent vond vooral het Nieuwe Koerier-gedeelte het interessantst, maar het moet gezegd worden: de gebruikte taal is indrukwekkend.
‘Misschien was het een leugen. Een ordinaire leugen. Maar soms zijn leugens als smeerolie om het stokkend radarwerk weer op gang te brengen, als is het maar voor even. De leugen was bedwelmend en zoet. Zoet als marsala.’
Saillant detail: Freek de Geus woont in Hilversum en wie is daar sinds kort de burgemeester? Juist, Pieter Broertjes. Fictie is soms lang niet zo grappig als de werkelijkheid.
Nijgh & Van Ditmar, 2011
480 p. € 19,95
ISBN 9789038894218
Gijs says
Naargeestig boek van een verbitterd mens. Ik kwam er niet doorheen. Met die virtuoze zinnen valt het ook vies tegen, vind ik. Wilt u een eerlijk oordeel? Deze roman is gewoon helemaal niks, hooguit een mislukt project. Zonde van de energie, het geld en niet te vergeten: de bomen die gekapt moesten worden om er het papier van te maken dat voor deze uitgave nodig was. Ik hoop dat de uitgever die besloot om deze troep op de markt te brengen, een volgende keer het milieu bij zijn overwegingen zal betrekken