Nasrdin Dchar had weinig woorden nodig om mensen in vervoering te brengen toen hij eenmaal op het podium stond met een Gouden Kalf in zijn hand. Zijn dankwoord kwam recht uit zijn hart. Hoewel hij doet alsof hij improviseert, heeft hij goed nagedacht. ‘Ik heb niets voorbereid, maar ik weet wel wat ik wil zeggen’ is gelogen waar. Dromen, angst en liefde, daar wil hij het over hebben. Met zijn woorden over angst oogst hij een staande ovatie:
‘Dit kalf staat ook voor het overwinnen van angsten, want die heb ik nogal. En afgezien van dat ik die heb, heeft helaas Nederland die. We worden tegenwoordig geïnjecteerd met angst (applaus). Een paar maanden geleden las ik een artikel waarin onze minister Verhagen aangaf dat het heel begrijpelijk is: de angst voor buitenlanders. Nou minister Verhagen, en met u Geert Wilders, en met u alle mensen die achter u staan: ik ben Nederlander. Ik ben heel trots op mijn Marokkaanse bloed. Ik ben een moslim en ik heb een fokking Gouden Kalf in mijn handen’ (staande ovatie).
Inmiddels zijn zijn woorden uitvoerig becommentarieerd en grondig geanalyseerd. De magie van het moment is weggerationaliseerd. Dat is jammer, want de kracht van wat Nasrdin Dchar zei zat in de suggestie.
Soms moet je woorden gewoon voor zichzelf laten spreken. Laat de woorden zelf het werk maar doen.
Leave a Reply