Ze heeft er al een rit vol hindernissen op zitten, maar sluit toch ruim op tijd aan in de rij. Twee minuten voor het afgesproken uur gaan de deuren open. Ze baant zich een weg. Boosheid in blikken en verbazing op gezichten doen haar niets. Ze heeft haast. In vliegende vaart snelt ze ook de schilderijen voorbij. Eén keer wordt ze in de verleiding gebracht haar pas in te houden. Ze twijfelt, maar geeft niet toe. Alleen tastbare bewijzen van haar aanwezigheid hier tellen.
Rust heeft ze zodra ze die heeft afgerekend.
Ze gaat zitten wachten. Ze wacht op haar vriendin die komt om te kijken. Die zich kan verliezen in een toon en een toets. Die een web weeft waarin ze al haar indrukken kan vangen en vervoeren. Die het geduld heeft om te dralen, net zolang tot niemand meer kijkt. Die steeds opnieuw tot ziens zegt tegen oude bekenden die in dit voorname gezelschap een onbekende kant van zichzelf hebben laten zien. Die maar geen afscheid kan nemen van nieuwe liefdes.
Ze wacht, ze wacht lang. Ze heeft het er voor over.
Leave a Reply