‘Hartruis. Ik hoor hartruis’, zei de dierenarts toen ze de stethoscoop van Oy afhaalde. Ik was maandag met mijn huisgenoot naar de dierenarts gehold, hij was ziek. Katten zijn geen mensen. Zijn ze ziek, dan zijn ze ziek. Ze hebben geen baaldagen – daar hebben ze het veel te druk voor. Oy had een gecastreerdekaterprobleem: blaasgruis. Gruis en kristallen in blaas en plasbuis.
Gruis in de buis en hartruis. Klinkt als de koude zee.
Stethoscoop was niet voldoende. Er moest een echo aan te pas komen. Op donderdag.
Ik keek mee op een scherm waarbij de speciaal opgeroepen dierenarts en echomakerkenner tot in de puntjes vertelde wat er in de linkerhartkamer van Oy te zien was, en in de rechterkamer. Waar de aorta naar binnenkwam in het hart, of naar buiten ging. De doorsnede van het hart liet een redelijk falend hartklepje zien. Ik zag slechts ijsschotsen in de zee.
Na de bekentenis van de dierenarts van een slecht hart in mijn kat, werd het echoapparaat op de blaas gezet. Ook daar was van alles mis. Kristallen in de blaas. Niet alles weggehaald tijdens de spoedingreep. ‘Zie je de kristallen zitten’, vroeg de arts terwijl hij puntjes op het scherm aanwees. Ik zag slechts pinguïns die van een ijsschots afgleden.
thfijgi says
Goed geschreven zeg, zie het helemaal voor me.
Annemiek says
Prachtig, die distantiëring en onderkoelde emotie.