Hollywoodwijn – wijn zonder onderscheidend karakter omdat hij de tijd niet krijgt te rijpen, gefabriceerd daar waar alleen doorsnee druiven gedijen, nonchalant geconsumeerd door drinkers die het verschil tussen dorstlessende tafelwijnen en genietbare grote wijnen niet kennen; voetbal – dat niet meer alleen op zondag met het bord op schoot gekeken kan worden maar elke dag, op de bank voetballers met specifieke individuele kwaliteiten die plaats hebben moeten maken voor middelmatige spelers die overal inzetbaar zijn; een boek – niet langer een kwaliteitsproduct dat gelezen wordt om het lezen zelf, maar een bijproduct van een belevenis geworden is.
Aan de hand van wijn, voetbal en boeken toont Alessandro Baricco aan dat er wezenlijke veranderingen plaatsvinden in het beleven van cultuur. Zijn boek De barbaren gaat over beschaving en barbarisme, de twee componenten die samen verantwoordelijk zijn voor de overgang naar een nieuwe cultuur.
Alessandro Baricco heeft één grote zorg en dat is dat beschaving – meer in het bijzonder de culturele verschijningsvormen waarin ware beschaving zich uit – teruggedrongen en/of overwonnen wordt door goedkoop vertier en vermaak. Het ergert Baricco dat er naast de elitaire cultuur een in zijn ogen verderfelijke, vulgaire cultuur bestaansrecht heeft gekregen. Hij vreest het moment dat de samenleving zonder ziel zal zijn. Met leedwezen constateert hij dat er sprake is van een invasie van barbaren die geen boodschap hebben aan traditionele waarden en plunderend en brandstichtend rondtrekken. In De barbaren analyseert hij hoe het zover heeft kunnen komen en loopt hij vooruit op de gevolgen op lange termijn.
Baricco trekt ten strijde met taal uit het arsenaal. Beschaving en barbarisme zijn vijanden die recht tegenover elkaar staan. Door de strategie van de barbaren te analyseren hoopt hij hun handelwijze te begrijpen. Uiteindelijk zal, zo constateert hij, beschaving nooit meer het niveau zal bereiken van voor de invasie van de barbaren. Wat cultuur oorspronkelijk was, zal op termijn niemand meer weten. Op termijn zal er een ander besef van wat cultuur is ontstaan, als gevolg van de samensmelting van elitaire en barbaarse invloeden.
Hoewel Baricco regelmatig knipoogt in De barbaren, valt er weinig te relativeren. De mensheid heeft zichzelf aardig in de nesten gewerkt. Want het is de mens en de mens alleen die verantwoordelijk is voor de ontstane situatie. De mens is het eerste schepsel dat spot met de evolutie. In plaats van zich te voegen naar en aan te passen aan zijn omgeving, zet de mens die omgeving naar zijn hand. De mens als soort hoeft zich niet aan te passen aan zijn omgeving om te overleven, al blijft the survival of the fittest onverminderd van toepassing op ieder individueel exemplaar van de soort.
De mens is goed in het bevredigen van zijn behoeften. De wijn die er was, was (te) exclusief. Het voetbal zoals het gespeeld werd (te) elitair. De boeken die verschenen (te) highbrow. De mens, het op zijn tenen lopen zat, legde de lat lager. De mens die de lat lager legt, en dus verantwoordelijk voor de verschraling en vervlakking, is in de ogen van Baricco een barbaarse mutatie van de menselijke soort. Door hun toedoen is Kunst niet langer Kunst maar kunst en Cultuur niet langer Cultuur met een hoofdletter C. En die degeneratie is Baricco dus een doorn in het oog.
Je kunt het ook anders zien: Kunst en Cultuur zijn niet bestand tegen democratisering.
Sinds de elite het niet meer alleen voor het zeggen heeft, hebben zij hun K en hun C in moeten leveren voor respectievelijk een k en een c.
De toegenomen mondigheid van ‘boeren, burgers en buitenlui’ heeft gevolgen voor de markt van vraag en aanbod. Anders dan Baricco schetst, leidt het toetreden van nieuwe groepen consumenten en producenten echter niet tot een verschraling, maar tot een toename van de diversiteit van zowel vraag als aanbod. De door Baricco zo hoog geachte Kunst en Cultuur verdwijnen niet – in absolute aantallen groeit de belangstelling zelfs – maar raken hun alleenrecht kwijt en zien hun marktaandeel afnemen. De schade aangericht door de barbaren is dus minder groot dan de pessimistische cultuurminnaar doet voorkomen.
Toch heeft Baricco gelijk, zij het indirect. Het voortbestaan van de toegenomen diversiteit is immers niet gegarandeerd. Ook op kunst en cultuur zijn inmiddels de wetten van de markt van vraag en aanbod van toepassing. Dat marktmechanisme is een commerciële vertaling van the survival of the fittest: aanbod waar geen vraag meer naar is, is gedoemd uit te sterven. Er is alleen een markt voor producten die inspelen op een vraag.
Baricco’s ‘barbaren’ spelen in dat proces uiteindelijk een sleutelrol. Hun numerieke overwicht is een factor van belang. Met een groeiend marktaandeel en een duidelijk omschreven kunst- en cultuurbehoefte, kunnen zij de markt domineren.
Dat levert een voordeel op dat nog eens verstrekt wordt door het risico dat Kunst en Cultuur lopen doordat de (productie)prijs die betaald moet worden voor beschaafde, maar elitaire Kunst en Cultuur hoog is. Ook als de gebruiker betaalt is kosten dekken een schier onmogelijke opgave. Uitsterven is niet meteen aan de orde, maar er zullen soorten verdwijnen nu mecenassen zeldzaam zijn en subsidiegevers de hand op de knip houden.
De nieuwe, barbaarse, cultuur zoals Baricco die ziet ontstaan en het aanbod dat overblijft nadat de markt van vraag en aanbod haar werk gedaan heeft, zullen blijken op elkaar te lijken. Zij zijn niet organisch gegroeid, maar planmatig ontstaan op een op commercie en technologie geschoeide leest, met vereenvoudiging, oppervlakkigheid, middelmatigheid en spektakel als karakteristieken.
Baricco weet niet hoe hij het weerloze dat van waarde is, moet beschermen tegen de invasie van de barbaren. Het is een troost te weten dat beschaving en barbarisme al zolang de mens bestaat de strijd met elkaar aangaan. Het zit in de aard van het beestje de orde te verstoren. In de ordening die daarna ontstaat begint de strijd weer van voren af aan.
De barbaren – Alessandro BariccoDe Bezige Bij, 2010
ISBN 9789023452690
237 p., € 23,90
Leave a Reply