Het is vanwege Anil dat ik nog weet waar ik op zaterdag 26 oktober 1996 ’s avonds tussen half acht en tien uur was. Vanwege Anil en vanwege Adriaan. Ik deelde het podium met hen, maar de mensen kwamen natuurlijk niet voor mij. Net als ik kwamen zij voor Adriaan en Anil. Twee mannen die uit ervaring spreken en schrijven over ‘de multiculturele samenleving’. De één – Adriaan – net als zijn alter ego Nathan Sid wel gemaakt, maar (toen) nooit in Indië geweest, de ander – Anil – geboren in Nickerie, verhuisd naar Paramaribo en vandaar uit Suriname naar Nederland vertrokken zoals voorouders ooit uit India naar Suriname vertrokken waren. De eerste kende ik al, met de tweede maakte ik in de aanloop naar deze avond kennis. Dat wil zeggen: met zijn werk. Ik beet me erin vast en was onder de indruk. Heel erg onder de indruk. Zo onder de indruk dat ik er bang van werd. Zou ik me zijn werk voldoende eigen kunnen maken om er tijdens het gesprek op de juiste momenten aan te refereren?
Wat er die avond precies gezegd is, weet ik niet meer. Daarvoor was ik op het moment zelf te gefocust op het in goede banen leiden van het gesprek. Dat Anil tijdens het gesprek sjekkies draait en rookt, registreer ik. Dat Anil en Adriaan aan elkaar gewaagd zijn, elkaar waarderen en mogen ook.
Na afloop vroeg ik beiden om een handtekening. In welk boek, die keuze liet ik aan de mannen over. Als het maar hun favoriete boek was. Anil koos Het besluit van Mai. Zijn keuze ontroerde me. In dat kleine boekje zit heel veel Anil.
Op het schutblad schreef hij: Voor Liliane, Van Anil, Vanwege een mooie avond,
Het is vanwege die mooie avond dat ik hem ben blijven volgen. Niet alleen herlas ik toen de druk van de ketel was veel – en concludeerde dat zijn essays en verhalen bij lange na niet zo hoogdravend en ontoegankelijk zijn als ze me met het oog op het gesprek hadden geleken – ik lees, beluister en bekijk daarna wat nieuw is en o zo vertrouwd.
De televisieprogramma’s die hij maakt, de boeken die hij schrijft, gaan over een lot dat ook zijn lot is. De migrant die middelt tussen de mores en mentaliteiten van niet te verenigen werelden en schatplichtig is aan meer dan één cultuur is hij zelf. Anil verloochent zijn beroepsmatige interesse, genetische afkomst en culturele oorsprong niet. Als hij voor drie jaar naar India vertrekt of zich voor een jaar in Paramaribo vestigt, kijkt en schrijft hij als een participerende journalist, maar de kennis en precisie van de sociaalgeograaf die hij cum laude geworden was, komen hem goed van pas. Maar iedere reportage, iedere ontmoeting is ook een zelfonderzoek. Anil ontkomt niet aan de vraag hoe het zou zijn geweest als hij of de generaties voor hem nooit vertrokken zouden zijn. En toch zijn Zonder liefde valt best te leven: correspondenties uit India (2004) en Paramaribo: de vrolijkste stad in de jungle (2009) geen zwaarmoedige boeken. Het zijn zoektochten en reizen die zijn meervoudige identiteit bevestigen.
En dan is er in 2011 een roman: Badal. Een gitzwart boek dat me koude rillingen bezorgt. Niet het feit dat de hoofdpersoon gemodelleerd is naar de schrijver boezemt angst in, het is de gelijkenis tussen het verstoten en aan lager wal geraakte personage en de man die ik soms zie zitten, ergens aan een tafeltje achter een kop koffie, de man die geen schim meer is van de Anil waaraan ik zulke dierbare herinneringen bewaar, die hartverscheurend is en mij zum Tode betrübt stemt.
Anil was begiftigd en bevlogen. Hij werd geprezen, maar was niet onomstreden. Nederland, het land waar hij in 1977 was komen wonen, zinde hem steeds minder. Toen hij aan die realiteit niet meer kon ontsnappen was er voor hem nog maar één weg naar huis.
Anil Ramdas α 16 februari 1958 – Ω 16 februari 2012
‘Migratie is een recht, zij het een pijnlijk recht, met veel leed, ontheemding en onbehagen.
Mensen migreren niet omdat het leuk is, maar omdat ze niet anders kunnen.
En migratie eindigt nooit’. (uit: Paramaribo: de vrolijkste stad in de jungle, 2009)
Leave a Reply