– Nieuwe taal fixeren –
Taal is de stof waar verhalen van gemaakt zijn. Van taal die verandert en van taal die verloedert. Van taal die zich voegt naar de inzichten en de onervarenheid van de gebruiker. Niet alle soorten verhalen zijn in gelijke mate onderhevig aan veranderingen in de taal. Maar vroeg of laat dringt zelfs in verhalen van de hoogste orde – laten we de literatuur daarvan een voorbeeld noemen – door wat op het eerste gezicht onverklaarbaar of verloedering heet.
Veel van de fonetische observaties die Paulien Cornelisse optekent in En dan nog iets – de opvolger van Taal is zeg maar echt mijn ding – hebben nog de status van behorenswaardigheid – als dat woord bestond, tenminste – maar de ervaring leert dat dat snel kan veranderen en dat dan niemand zich meer realiseert dat ooit iemand het op die manier gezegd en ooit iemand anders het op die manier gehoord moet hebben.
Paulien Cornelisse heeft een absoluut gehoor als het gaat om het opvangen van taalaardigheden en ze heeft een aanstekelijke manier van opschrijven, al moet je En dan nog iets vanwege teveel van het goede niet in één adem uitlezen.
In geen verhouding tot de aanpak – die vrolijk en frivool is – staat het uitgebreide trefwoordenregister waaruit wetenschappelijkheid en systematiek zou kunnen spreken. De wetenschappelijkheid waarmee bijvoorbeeld op het Meertens Instituut taal verzameld wordt. Maar handig is het wel.
Mijn persoonlijke top 10 van dankzij Paulien Cornelisse voor de eeuwigheid vastgelegde taalweetjes en –ergernissen (want vangt niet ieder van ons niet in het voorbij gaan zinnen op die het vastgelegd worden rechtvaardigen, alleen: wij doen het niet!):
1. de Oxford comma (‘, en’ mag en verraadt nog eruditie ook);
2. echt dag (hoe rond ik af);
3. daar ben ik van (persoonlijke voorkeuren);
4. out of office (hoe afwezigheid rechtvaardigen);
5. nouvelle vague (ook altijd gedacht);
6. keurige negermevrouw (zo vooringenomen, taal);
7. heej (het aan- en afhechten van e-mails);
8. ‘ik kan werkelijk niets bedenken wat ik voor je kan doen’ (positief troosten);
9. vlooitjes, staartjes, prikjes, buikjes, melktandjes (verkleinwoordjes);
10. 2.0 (vernieuwde versies van alles).
Wat rechtvaardigt een plek in deze top 10? Herkenning, gedeelde ergernis, en de stelligheid van beweren, die in geen verhouding staat tot de toon van formuleren.
Leave a Reply