Zij verstaat – als geen ander, zou ik willen beweren – de kunst van de theatrale toewijding. Zij kan de indruk wekken geheel de jouwe te zijn door het voor zolang als zij dat wil daadwerkelijk te zijn. Met alles wat toewijding tot toewijding maakt – bezieling, zorg, ijver, inzet, devotie, aandacht, trouw, overgave en liefde – is ze er voor je. Ze veinst niet. Ze is oprecht. Ze is wie ze beloofd heeft te zijn en geeft wat ze in die hoedanigheid te geven heeft… totdat het licht gedoofd wordt en de voorstelling voorbij is, en zij bepaalt wanneer dat is.
Dat van die theatrale toewijding moet je weten, weten en accepteren.
De eerste keer dat ik haar ontmoette, gebruikte ze me. Ik vloog voor haar en liep af en aan met bier en wijn. Ze had er zichtbaar plezier in mensen naar haar pijpen te laten dansen en op hun nummer te zetten. Na die kennismaking bleef ik jaren bij haar uit de buurt.
Toen, die eerste keer, was er van theatrale toewijding nog geen sprake. Ze overschreeuwde eenzaamheid en maskeerde kwetsbaarheid. Dacht ik – denk ik nog steeds.
Ik ging haar uit de weg, maar verloor haar niet uit het oog. Ik wilde en wil doorgronden hoe ze doet wat ze doet. Het fascineert mij mateloos dat ze maar één naam nodig heeft. Dat ze het persoonlijke prijsgeeft zonder zichzelf uit te leveren – en daarin blijft volharden ondanks misinterpretatie en kritiek.
Ze maakt fictie van de werkelijkheid. Ze verzint zodat de werkelijkheid zin krijgt. Hoe ze dat precies doet, daarvan heb ik nog steeds niet meer dan een vaag vermoeden en dat moet vooral zo blijven.
Wat ik inmiddels wel begrepen heb is wat het voor haar betekent om theatraal toegewijd te zijn.
Na een tweede ontmoeting, een die onuitwisbare sporen heeft nagelaten, heb ik ondanks dat gedaan wat volgens mij – gegeven de wetten van de theatrale toewijding – de bedoeling is en afgezien van echt contact. Misschien was dat niet nodig – die indruk kreeg ik bij een volgend weerzien – maar wie ben ik om zonder uitdrukkelijke toestemming de grens tussen schijn en wezen over te steken.
Al sta ik hier en zij aan de overkant, ik weet dat zij – ook achter de schermen – tot totus tuus in staat is. En ook daar veinst ze niet.
Leave a Reply