Of het nu bij volslagen vreemden of bij familie is, hoofdpersoon Willem in Willem Claassens debuutroman Park voelt zich niet op zijn gemak. Nadat hij is weggegaan bij de relatie waar hij mee samenwoonde, mag hij tijdelijk gebruik maken van een stacaravan in een vakantiepark van zijn vriend Tim, die in Thailand werkt. Hij voelt zich een vreemdeling op het park. Als er mensen voor de deur staan, schrikt hij zich wild, en als zijn ouders voor het eerst op visite komen speelt zich deze scene af.
‘En wat doe je op een dag als vandaag?’, vroeg mijn moeder, terwijl ze de wikkel van de Anta Flu eraf haalde.
‘Lezen, internetten, tv-kijken. Dat soort dingen.’
Mijn moeder knikte. Mijn vader keek aandachtig rond.
‘Het is scheef volgens mij.’
‘Klopt,’ zei ik. ‘Dat komt door de piano.’
‘Speel je er wel eens op?’ vroeg mijn moeder.
‘Nee, dat kan ik niet.’
‘Je kunt het toch leren?’
‘Ik heb er geen aanleg voor. Ik laat dat liever over aan mensen die er goed in zijn.’
Het gesprek viel stil. Mijn vader keek door het raam. Het regende nog steeds.
Mijn moeder sloeg met een theelepeltje tegen haar wang.
‘Grappig he,’ zei ze.
Eerder in het boek biedt zijn vader hem koffie aan, terwijl Willem nooit koffie heeft gedronken. Hiermee toont Claassen mooi dat zijn familie hem haast net zo vreemd is als de man van de harmonie die komt collecteren, of de buschauffeur die Willem de weg vraagt. Op een avond schrikt Willem omdat hij iets in de tuin ziet bewegen. Na minuten lang staren, blijkt hij geschrokken te zijn van zijn eigen reflectie in het raam. Ook met zichzelf kan hij niet overweg, lijkt Claassen te willen suggereren. En hij krijgt wel een nieuwe liefde, maar die komt alleen op gang als er wijn gedronken wordt, moet geheim gehouden worden en dooft tenslotte langzaam uit.
Na enig aarzelen, er wordt overigens nogal wat afgeaarzeld in Park, boekt Willem een ticket naar vriend Tim in Thailand. Een van zijn vrienden in Nederland vindt dat een goed plan. ”Als je terug bent, zul weer de oude zijn.’ Ik knikte een beetje en bleef naar de grond kijken. Ik dacht na over hoe ik dan eerst was.’
Kritische noten werden door andere besprekers gekraakt over de passiviteit van hoofdpersoon Willem. Er zou te weinig gebeuren in Park, en de roman zou geen climax bevatten. Is dat erg? Ik meen me te herinneren dat De Avonden van Gerard Reve nou ook niet bepaald overloopt van actiescènes. En wat betreft die climax: ik vond het moment waarop hoofdpersoon Willem in Thailand de weg kwijtraakt niet alleen een spannende scene, bovendien heeft de manier waarop hij zichzelf en de weg naar zijn vriend Tim hervindt veel weg van een climax.
Interessanter dan spanning en hoogtepunten vind ik de vraag of een boek prettig te lezen is. Park heb ik met plezier gelezen, vooral door de korte hoofdstukjes, 128 in totaal, en de schrijfstijl van Willem Claassen: korte zinnen, met eenvoudige observaties en ontwapenende gedachten die regelmatig op de lachspieren werken. Het is goed toeven in Park.
Leave a Reply