‘De bladzijden van de wereldliteratuur zijn meestal gevuld met oogverblindende vrouwen. In Het lelijke meisje schrijft Ruben van Luijk, voor het eerst wellicht, over liefde voor een lelijk meisje.’ Een zin bedoeld om de lezer te verleiden.
Of Ruben van Luijk voor het eerst over een lelijk meisje schrijft weet ik niet, ik weet zelfs niet of het meisje waarover hij schrijft wel zo lelijk is als de titel wil doen voorkomen.
In ieder geval is zij niet degene waar het in Het lelijke meisje over gaat en om draait. Hoofdpersoon is een hinderlijke jongen voor wie seks – of eigenlijk neuken – een obsessie is sinds hij weet heeft van Casanova’s escapades. Hij is desperately seeking, bekeert zich tot een wandelclub en laat daar zijn oog op een meisje vallen.
Het eerste deel van Het lelijke meisje is een expliciete, maar weinig opwindende kroniek van het samenklitten. Aan het eind van Deel I is het uit. Deel II is het proces-verbaal van het paaien tegen beter weten in.
Zelfs als Ruben van Luijk over een lelijk meisje geschreven zou hebben, dan had dat de balans van de wereldliteratuur niet doen doorslaan in het voordeel van de lelijke meisjes. Simpelweg omdat Het lelijke meisje geen wereldliteratuur is. Het lelijke meisje is niet meer dan een hele matige niet van puberale smetten vrije roman.
Ruben van Luijk overspeelt zijn hand. De grote namen die zijn personage laat vallen doen vermoeden dat de schrijver niet van de straat is en weet dat literatuur de kunst is van het naar je hand zetten van een verhaal, maar juist de keuze die hij voor de vorm – ondanks voorbeelden en inspiratiebronnen – van Het lelijke meisje maakt, pakt verkeerd uit.
Met een hinderlijke jongen als betweterige verteller/schrijver van zijn eigen gebrek-aan-successtory speelt hij hoog spel in plaats van een subtiel literair spel, want alleen grote schrijvers kunnen het zich veroorloven om hun protagonisten de regie te laten voeren.
Als Ruben van Luijk zijn personage laat zegschrijven:
‘Het verhaal van dit boek had hier kunnen stoppen; en op een bepaalde manier was het misschien ook het mooiste geweest als dat was gebeurd. Op de keper beschouwd kon ik tevreden zijn, in grote lijnen was alles gegaan zoals ik wilde. Ik had mijn verliefdheid light beleefd, de kortdurende doch intense amourette die ik wenste; (…). Maar het verhaal ging verder, en werd een compleet boek, of toch minstens een novelle. Ik zou niet durven zeggen of het een mooi verhaal is, nog steeds niet. Maar het zou oneerlijk zijn om het niet helemaal te vertellen’, is dat pathetisch.
De stoplappen die hij nodig heeft om bij gebrek aan houvast en doelgerichtheid in de ontwikkeling van karakters en verhaal – niet te verwarren met vaart en verplaatsingen, want daaraan ontbreekt het in Het lelijke meisje niet – de chronologie van de gebeurtenissen te reconstrueren – woorden als nu, hierop, de volgende morgen, weer alleen, intussen, nadat, daarna en toen – passen beter bij het halfwasse tentoonspreiden van de tribulations of nerdly love – een zinsnede uit de flaptekst –dan de (post)moderne ingrepen om de schijn van literatuur op te houden.
Het staat eenieder en dus ook Ruben van Luijk vrij te proberen de intimiteit te beschrijven die hoort bij de lichamelijke van een ontluikende liefde – dat is wat hij beoogde, zegt hij in een interview dat als kop meekreeg Liefde in uitvoering, maar je moet van goede huize komen om er de woorden voor te vinden zonder in clichés te vervallen.
In datzelfde interview zegt hij dat schoonheid een van de belangrijkste thema’s van het boek is. Als dat zo is – en waarom zou dat niet zo zijn, het boek heet niet voor niets Het lelijke meisje – is er tussen de droom van de conceptie en de daad van het schrijven van het boek veel verloren gegaan. Het is niet genoeg dat het hinderlijke jongetje het meisje lelijk/niet mooi vindt en haar troost met de woorden dat ze mooi is zoals ze is. Het is onvoldoende aannemelijk dat haar schroomvalligheid terug te voeren is op een gebrek aan eigenwaarde, veroorzaakt door een tekort aan uiterlijke schoonheid.
Leave a Reply