Deze keer heeft Robert Musil maar weinig woorden nodig. Ik schat een stuk of 2500. Veertien bladzijden telt het essay Als Papa Tennis lernte en in die veertien bladzijden serveert hij de sport af. Anders dan de titel doet vermoeden gaat Als Papa Tennis lernte niet over tennis. Het gaat over de teloorgang van de sport aan de hand van de belevingsgeschiedenis van die ene sport. Wat ooit begon als ‘avontuur’, een charmante tijdsbesteding met over graspollen struikelende of naar de bal maaiende spelers en door hartstocht overmande toeschouwers, verwordt in de ogen van Robert Musil meer en meer tot een door regels, tactiek en strategie gedomineerde discipline die het lichaam verheerlijkt en natuur en verstand het nakijken geeft.
En dat allemaal onder het mom van papa vertelt. ‘Als Papa Tennis lernte, reichte das Kleid Mamas bis zu den Fußknöcheln.’ Naast het invoeren van mode als ijkpunt van het voorbijglijden van tijd prijst hij de genialiteit van de vervolmakers van slagen, die op gelijke hoogte staan met degenen die de mensheid het wiel en vuur geschonken hebben; afficheert het als leerschool van het leven. Papa vertelt ook hoe hij door zelf sport te bedrijven zijn eigen ijdelheid streelde en toegerust werd voor het leven. Maar toch maakt sport meer kapot dan hem lief is.
Musil drijft in Als Papa Tennis lernte de spot met de sportcultus, maar ondanks die toon is een serieuze aanklacht tegen de institutionalisering en vercommercialisering van de sport. Een hele vroege aanklacht. Het essay verscheen in april 1931, drie maanden voordat het Prater Stadion werd geopend en de tweede Arbeidersolympiade er plaatsvonden. Om de bouw van het stadion mogelijk te maken werd een deel van het naamgevende park opgeofferd. Dat was tegen het zere been van Robert Musil.
Leave a Reply