Wie regelmatig per trein (delen van) het traject Zutphen – Winterswijk of zo men wil Winterswijk – Zutphen aflegt, heeft vast wel eens per Gerrit Komrij gereisd. Net als andere illustere zonen en dochters van de streek – wie kent ze niet: A.C.W. Staring, Sandra Vanreys, Nout Wellink, Jovinck & the Voederbietels en Bert Haanstra – zette hij zijn handtekening op één van de lightrailtreinen van het regionale vervoersbedrijf.
Hoewel ik regelmatig door de Gerrit Komrij werd vervoerd, las ik nooit eerder een Gerrit Komrij in de Gerrit Komrij. Dat deed ik pas na zijn dood. Toen pas kwam ik op het idee.
Gerrit Komrij was voor mij lang alleen maar een naam. Een naam die hoorde bij een man die gevreesd werd om zijn mening en geprezen om de wijze waarop hij zijn oordeel verwoordde. Als lezer was ik nog te onervaren om Gerrit Komrij op waarde te schatten toen ik zijn stukken op de achterzijde van de NRC begon te lezen. Als mens nog te naïef om achter het imago de mens te zien.
Mens werd hij voor mij toen lang geleden in een boekwinkel aan het Spui zijn telefoon ging. Natuurlijk herkende ik zijn stem en in één adem door dacht ik: Gerrit Komrij heeft een mobieltje. Zijn bereikbaarheid deed het hem.
Lang heb ik de illusie gekoesterd hem in levende lijve te ontmoeten in het huis dat zijn thuis was. Een vooruitzicht waar ik me op kon verheugen, maar dat me ook angst inboezemde. Ik zou het zeker niet zo bont maken als een kennis die op wonderlijke wijze van zijn gastvrijheid gebruik maakte en daarmee diegene die haar bij de heren geïntroduceerd had in verlegenheid bracht, maar of ik mij zo op mijn gemak zou voelen om in het gezelschap van drie erudiete mensen mezelf te kunnen zijn en niet in mijn schulp te kruipen dat waagde ik toch te betwijfelen. Ik hoef me er nu voor altijd geen zorgen meer over te maken.
De aandacht die hem na zijn dood ten deel viel, deed ook mij weer naar zijn werk grijpen. Ik kwam tot de ontdekking dat hij helemaal niet zo slecht vertegenwoordigd is in mijn boekenkasten als ik dacht. Wat ik heb stelt niets voor gemeten naar zijn omvangrijke oeuvre, maar ik heb van alles wat.
Gerrit Komrij gedenken door in de Gerrit Komrij een Gerrit Komrij te lezen. Ik koos Intimiteiten. Voor mij is dat de staalkaart van zijn kunnen, een verzameling humeuren, een inkijkje in zijn gemoed, zonder dat het al te persoonlijk wordt. In wat hij vindt is hij niet uniek, maar in hoe hij het vindt zeer zeker wel.
Gerrit Komrij α Winterswijk, 30 maart 1944 – Ω Amsterdam, 5 juli 2012
Als buitenstaander wordt men op de proef gesteld hoe sterk men is. Sommigen bezwijken, anderen worden er krachtiger door.
Een kracht die, bij al te grote tegenwind, zich zelf moet overschreeuwen door buien van euforie,
maar die op haar best leidt tot het trotse gevoel: mijn thuis is overal, de wereld is mijn huis.
(uit: Waar ben ik thuis?, in: Intimiteiten)
Leave a Reply