– Onpartijdigheid loont niet –
Voor Thomas Bruce, de zevende graaf van Elgin was het dan misschien op enig moment een vanzelfsprekendheid, voor het Griekse volk is het dat tot op de dag van vandaag nog niet: het overbrengen van beelden van het Parthenon van Athene naar Groot-Brittannië. Al sinds jaar en dag worden The Elgin Marbles in een eigen zaal in het British Museum aan de wereld getoond en nog steeds hoopt Griekenland op de terugkeer van haar schatten.
Wat bezielde Lord Elgin om ‘de stenen’ te verschepen? Daarop geeft de roman Een beschaafde man van Jan-Willem Anker een soort van antwoord. Toen Elgin in 1799 met zijn vrouw Groot-Brittannië verliet, was dat om een diplomatieke functie in het Ottomaanse rijk te bekleden. Hij heeft wel degelijk plannen om tijdens zijn verblijf in de Levant kunstschatten verzamelen, maar in eerste instantie is het zijn bedoeling om tekeningen en replica’s te laten maken. Daarmee hoopt hij zijn bijdrage te leveren aan de opleving van de kunst in Groot-Brittannië. Maar eenmaal ter plaatse wordt hij het slachtoffer van zijn hebzucht en grootheidswaan. Als hij financieel aan de grond zit, reikt zijn schoonvader hem onder voorwaarden de helpende hand. Eén van die voorwaarden is het meebrengen van originelen. De originelen moesten het geld opbrengen waarmee Lord Elgin zijn schulden zou kunnen aflossen.
De historische roman die Een beschaafde man is, stoelt op één paar pijlers: het leven van Lord Elgin en de clash tussen culturen op de grens van de achttiende en de negentiende eeuw. Het leven van Lord Elgin is dat van een edelman: hij heeft privileges, maar die vrijwaren hem niet van de slagen van het (nood)lot. Elgin is geen hoogvlieger, hij is opportunistisch en dat komt hem duur te staan: hij zet zijn gezondheid, zijn vrijheid en zijn huwelijk op het spel. Als hij al wroeging krijgt, probeert hij de schuld op anderen af te wentelen. Jan-Willem Anker slaagt er redelijk in om het karakter van Lord Elgin zo te tekenen – ik ga er maar vanuit dat hij zich op bronnen baseert en dat de historische Elgin gevangen is in het personage – dat zijn daden in het licht van zijn tijd tot op zekere hoogte verklaarbaar zijn. Maar ondanks de mooie zinnen die er tijdens het lezen uitspringen – zoals: ‘hij had een lichaam van verwaarloosd vlees’, waarmee hij in één zin zijn lichamelijk verval en de walging die hij daardoor oproept samenvat – lukt het niet om de loser die Lord Elgin is echt neer te zetten.
Omdat Jan-Willem Anker geen stelling neemt, kan hij het zich niet veroorloven om uit te halen, zoals Lord Byron wel deed. In zijn Childe Harold’s Pilgrimage veroordeelt hij in niet mis te verstane woorden de roof van de beelden. Aan het eind van Een beschaafde man neemt Elgin kennis van die woorden, Byron en zijn epische gedicht figureren in het boek.
In Elgins tijd was het geen misdaad om onder het mom van verspreiden en behouden van cultuur kunst uit de oorspronkelijke omgeving te verwijderen. Wat er in Een beschaafde man staat over verzamelen is waar: ‘je behoudt wat anders verloren zou zijn gegaan en je toont wie je bent in de manier waarop je selecteert’. Wat Elgin in het boek zegt over verkommerende kunstwerken die op een reddende hand wachten, is zoals er toen gedacht werd over het vermogen van landen ver weg om hun eigen kunst te bewaren – al schaamt het British Museum zich er niet voor om ook nu nog in dat soort bewoordingen de aanwezigheid daar van The Elgin Marbles te rechtvaardigen. Zo bekeken kon Elgin niet anders, als (edel)man van zijn tijd en daarmee lijkt voor Jan-Willem Anker de vraag naar het waarom voldoende beantwoord.
Het klopt: Elgin laat zich enorm kennen als zijn verzameldrift uitmondt in het met de botte bijl verwijderen van het marmer van het Parthenon. Maar het in de pas lopen van het personage Elgin met de tijdgeest en de daarop geënte uitspraken van hem en andere personages maken Een beschaafde man voorspelbaar. Er is een opvatting (oorzaak) en die leidt tot en manier van doen (gevolg). Maar het sprankelt niet en doeltreffende of mooie taal kan dat niet verdoezelen. Wat overheerst is het gevoel dat de feiten zodanig domineren dat de literaire vrijheid erdoor in het drang komt. Alsof Anker zich niet los heeft kunnen maken de door zijn personages gedebiteerde opvattingen over (aardse, journalistieke en literaire) waarheden.
Het staat Jan-Willem Anker natuurlijk vrij om te schrijven over Lord Elgin en geen partij te kiezen, maar daarmee heeft hij wel het risico genomen dat hij zich tijdens het schrijven van het verhaal dat hij wilde vertellen – welk verhaal is dat eigenlijk? – constant zou moeten inhouden. Met Een beschaafde man heeft hij een beschaafd boek geschreven over een man die helemaal niet zo beschaafd was. De ironie in de titel – tenminste, ik heb de titel ironisch opgevat – wordt niet waargemaakt. Jan-Willem Anker neemt zijn hoofdpersoon veel te serieus. Voor mij is Een beschaafde man vooral een historische roman, maar zeker geen cultuurpolitieke satire of een komisch kostuumdrama. Daarvoor neemt Anker te weinig afstand van de feiten.
Leave a Reply