De dag voordat het nieuwe logo van het Rijksmuseum onthuld werd, hoorde ik de ontwerper van dat logo in Met het oog op morgen. Nieuwsgierig geworden besloot ik de dag na de onthulling via een omweg naar mijn plaats van bestemming te wandelen. Mijn omweg leidde langs het Rijksmuseum, waar het logo hoog aan de gevel te kijk hangt.
Eerlijk gezegd stelde het logo me teleur. Het leek mij van een eenvoud het Rijksmuseum onwaardig. Alsof er geen ontwerper aan te pas gekomen was, zo simpel oogde het. Zwarte letters op een wit vlak, meer was het niet. En dan natuurlijk die weloverwogen spatie. Omdat het Rijksmuseum in de volksmond het Rijks heet.
Uitgerekend die spatie moest het ontgelden. Als de Stichting Signalering Onjuist Spatiegebruik (SOS) niet had bestaan zou zij zeker voor deze gelegenheid zijn opgericht.
Verontwaardigde taalpuristen wisten waar ze hun ongenoegen het beste konden uitten. Museum en ontwerper kregen bijval van historici: er had niet alleen voor de vorm al eerder een spatie tussen (‘s) Rijks en Museum gestaan. De keuze is ook taalkundig correct.
“
De ontwerper van het logo en de huisstijl van het Rijksmuseum is Irma Boom. In Met het oog op morgen toonde ze zich oprecht verbaasd dat de keuze van het museum op haar kleine ontwerpstudio gevallen was en niet op één van de grote ontwerpbureaus.
Maar Irma Boom is niet de eerste de beste. Het Moma in New York en het Centre Pompidou in Parijs hebben werk van Irma Boom in de collectie. The New York Times noemde haar in 2010 ‘misschien wel de beste boekontwerpster van deze tijd’. Hare Majesteit reikte haar vorige week de Eremedaille voor Kunst en Wetenschap van de Huisorde van Oranje uit.
Haar logo kennen we nu, nu de huisstijl nog. Het wachten is op de heropening van het museum. Het wachten is al heel lang op het heropening van het museum, maar dat is niet de schuld van Irma Boom.
Leave a Reply