Tijdens Manuscripta zitten er drie op een rij. Drie debuterende schrijvers. Ze worden door interviewer Arjan Peters met alle egards behandeld. Eén van hen – Özcan Akyol – zat voordat hij ging schrijven in de bak. Hij vertelt er smakelijk over, net als over zijn ambities. Die zijn niet gering: er zitten sowieso nog vier romans in zijn hoofd. Özcan Akyol heeft de lachers op zijn hand en steelt de show. Knuffelmarokkanen hadden we al, nu treedt een excuusturk toe tot het schrijverskorps. Als hij gaat voorlezen uit Eus – waar hij nog even aan moet schaven maar dan is het toch echt af, het gaat zeker lukken – blijkt zijn schrijven minder onderscheidend dan zijn spreken.
Naast hem zit Stefan van Dierendonck, maar die slaan we nog even over. Eerst mag Shira Keller. Zij studeerde aan de Toneelschool in Maastricht en is afgestudeerd als theaterregisseur. Maar de drang om te schrijven was er ook altijd al. Ze spreekt beduidend bedachtzamer dan haar voorganger, maar heeft een overtuigend verhaal waaruit blijkt dat in het in opdracht maken van een zelfportret – voor die taak ziet een van de personages in haar debuut zich gesteld – ook iets autobiografisch schuilt. Zij leest woorden die afstandelijker zijn dan haar verhaal, maar die woorden wekken verwachtingen.
Dan mag Stefan van Dierendonck, de meest schuchtere van de drie. Van de drie kruipt hij het meest in de huid van een schrijver om te vertellen hoe zijn boek tot stand gekomen is en wat hij geloofwaardig moest maken – priester willen worden en de reden waarom de priester, eenmaal gewijd, niet langer priester kan blijven (en dat heeft niets met misbruik te maken). Hoewel het niet benadrukt wordt, kan het niet anders of ook zijn boek leunt op autobiografische elementen. Hem wordt niet gevraagd een passage voor te lezen.
Ze oogsten bijval, deze drie jonge debuterende schrijvers. Het publiek, een volle zaal, is speciaal voor hen gekomen.
Een paar dagen geleden zat een van die drie – Stefan van Dierendonck – bij Pauw & Witteman aan tafel. Hij zat daar niet als schrijver. Dat hij een roman geschreven heeft, was alleen maar een aanleiding om hem uit te nodigen. Niet de reden. Stefan van Dierendonck zat daar als uitgetreden priester die vanwege zijn eigen ongenoegen over gebrek aan theologisch inzicht binnen de Rooms-katholieke kerk het perfecte instrument was om de draak te laten steken met de wereldvreemdheid van die kerk.
Zo gaat dat met schrijvers in praatprogramma’s.
Leave a Reply