Bladerend in de Elsevier die een vorige lezer in de trein heeft achtergelaten, valt mijn oog op een als redactioneel stukje vermomde tekst die niet zou misstaan op menig al dan niet gemonopoliseerde makelaarssite. Het huis dat te koop staat is een huis ‘in het historische hart van Naarden-Vesting met uitzicht op de fameuze vestingwallen en de Grote kerk van Naarden’ dat omgeschreven kan worden als ‘pittoresk vestinghuis’. Daarna volgt een nadere opsomming van de kwaliteiten van huis, tuin en tuinhuis. Het stuk sluit in stijl af – we weten dan inmiddels wat de huidige bewoners ervoor betaald hebben en dat zij sinds zij het te koop zetten financieel al concessies hebben moeten doen, maar kunnen ook uitrekenen dat er desondanks dat nog sprake is van een fikse overwaarde – met: ‘Geen koopje, maar gezien de locatie, de grote tuin en het tuinhuis is het de prijs waard.’
Boven het stuk staat: ‘Te koop: schrijversnest’. Wie er wonen, wordt niet prijsgegeven en dat zal ik dan ook maar niet doen.
Op de site van de makelaar wordt niet over het type bewoners gerept. Zelden zorgt een vorige bewoner voor meerwaarde. De kans dat inspiratie bij de overdracht inbegrepen zit, is te verwaarlozen. Pas als een schrijver dood is doen de huizen waar hij woonde er toe. Dan pas worden er marmeren gedenkplaten aan gevels gehangen. Maar dan moet je het als schrijver wel gemaakt hebben.
Het enige waar op gespeculeerd kan worden is wat de fan – als specifieke categorie gek – ervoor geeft.
Leave a Reply