Maar weinigen vragen vooraf toestemming om een blik te mogen werpen in andermans boekenkast. De meesten kijken terwijl de gastvrouw/gastheer een jas aan de kapstok hangt, een kopje thee of koffie zet of om een andere reden de kamer verlaat. De meesten doen het omdat ze vermoeden dat die boeken iets prijsgeven over degene aan wie ze toebehoren wat zij nog niet over hem of haar weten.
Wim Hazeu inventariseerde de boekenkast van Marten Toonder en nam ‘Toonders bibliotheek’ als bijlage in zijn biografie op. Hij leidt de inventarislijst in met de volgende zin: ‘Bibliotheek van door Marten Toonder gelezen boeken, voor zover dit te achterhalen was.’
‘Voor zover dit te achterhalen was’, een goed verstaander heeft maar een half woord nodig. Zeker weten dat een boek door de bezitter gelezen is, is niet eenvoudig. Een geknakte rug zegt niets, een exemplaar in ongeschonden staat net zo min. Wat Wim Hazeu denk ik wil zeggen is dat Marten Toonder de kunst verstond van het praten over boeken die hij niet gelezen had.
In zijn biografie besteedt Wim Hazeu niet specifiek aandacht aan de door hem samengestelde inventarislijst. Hij trekt geen conclusies. Wel wordt duidelijk dat de aanwezigheid van Mendels erfenis van Marcel Möring en Vonne van der Meers Het limonadegevoel en andere verhalen niets zegt over de literaire voorkeur van Marten Toonder. Möring en Van der Meer wonnen met deze titels de Geertjan Lubberhuizenprijs en Marten Toonder sponsorde deze prijs.
Hoewel Wim Hazeu niet geheel consequent is bij het noemen van titels – te vaak schrijft hij dat Toonder van bepaalde schrijvers diverse titels bezat – toch lijkt de indruk gerechtvaardigd dat Marten Toonder geen uitgebreide bibliotheek bezat.
Wat vanuit biografisch oogpunt een tekortkoming is, is dat juist op de terreinen waar Marten Toonder een zelfverklaard aanhanger van was de details ontbreken. Onder het kopje ‘Diversen’ staat alleen maar: ‘Boeken over magie, occultisme, tao.’
Leave a Reply