Het hangt het praalgraf van Michiel de Ruyter aan het oog te onttrekken. Het is The Last Supper (pink) van Andy Warhol. Het meet 198,1 bij 777,2 bij 5,1 centimeter en hangt gewoonlijk in The Andy Warhol Museum in Pittsburgh. Maar nu dus even niet.
Het werk bestaat uit twee identieke op Leonardo da Vinci’s Het laatste avondmaal gebaseerde zeefdrukken die het moment vangen waarop de discipelen in drietallen hun emoties – verbazing, verontwaardiging, ongeloof – uiten nadat Jezus hun van zijn aanstaande dood in kennis gesteld heeft. Jezus zelf zit er contemplatief bij.
Warhols werk hangt daar als Meesterwerk. Sinds vorig jaar kiest De Nieuwe Kerk elk jaar een op religieuze leest geschoeid werk dat gedurende één maand mag soleren. Vorig jaar viel die eer te beurt aan Rembrandts De heilige familie.
The Last Supper (pink) hangt over de volle breedte van het hoogkoor in een vitrine met de allure van een etalage. Voor die etalage scholen mensen in kleine groepjes samen. Mensen die lang niet allemaal voor deze Warhol komen. De meesten houden (eerbiedig) afstand. Slechts een enkeling waagt dichtbij om te kijken hoe het gemaakt is.
De praktiserend katholiek Andy Warhol maakte The Last Supper (pink) in 1986, een jaar voor zijn dood.
Twee jaar daarvoor schreef Gerrit Komrij De redders. Ook zijn vertrekpunt was Het laatste avondmaal van Leonardo da Vinci. Anders dan Warhol paste Komrij de tafelschikking ingrijpend aan. De enige die mocht blijven was Jezus. De plaats van de twaalf leerlingen werd ingenomen door twaalf uitgekauwde personages, historisch en fictief van origine, die hun oorspronkelijke context ontgroeid zijn.
De twaalf tafelgenoten – overigens zitten zij tijdens De redders nauwelijks aan aan het banket, zij zoeken in wisselende combinaties naar de schaal/graal die ondanks de vele getuigen verdwenen is – zijn: Ahasverus, Billy the Kid, Brünhilde, Cassandra, Don Juan, Don Quichotte, Endymion, Hamlet, Lorelei, Orpheus, Parsifal en Shirley Temple. Een bont gezelschap dat niet om woorden – ontleend aan de verhalen waarin zij figureren – verlegen zitten.
Anders dan The Last Supper (pink) had De redders een boodschap: ‘Wat is, in de tweede helft van de twintigste eeuw, onze cultuur anders dan een verzameling fragmenten, losse flarden die uit alle macht een schijn van samenhang proberen op te houden?’ Dat motto gaf Komrij zijn toneelstuk mee.
Komrij als ‘de chroniqueur van de ondergang der westerse cultuur’, zoals Janine Brogt een van zijn persona typeert in de inleiding bij De redders.
The Last Supper (pink) is nog tot en met 11 november te zien in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Leave a Reply