– Wat heeft hij nou eigenlijk (niet) gedaan? –
De grootste bekentenis in Kruisverhoor van Peter Delpeut komt niet uit de mond van een verdachte, maar uit de mond van rechercheur Martin Jansen. Martin Jansen is niet alleen betrokken bij het onderzoek naar een verdwenen babylijkje, maar blijkt ook verwikkeld in een onopgeloste kwestie in zijn eigen verleden.
Kruisverhoor is dan ook geen politieroman, maar door Martin Jansen rechercheur te laten zijn, krijgt Peter Delpeut er een extra verhaalstramien bij. Tijdens politieonderzoek worden meerdere lijntjes uitgezet, lopen er sporen dood en moeten doorbraken geforceerd worden. Zo gaat het in Kruisverhoor ook, in de zaak van het babylijkje, maar ook in het verhaal dat gaat over het persoonlijke leven van Martin Jansen.
Want in tegenstelling tot veel politiemensen in detectives en series heeft Martin Jansen wel een privéleven. Hij heeft een demente moeder, in wiens naam hij beslissingen moet nemen, en hij had een geliefde: een bloedfanatieke baanwielrenster waarvan aangenomen wordt dat ze onder verdachte omstandigheden om het leven gekomen is tijdens een vakantie op Sicilië.
De zaak met het kinderlijkje is aanvankelijk zijn zaak niet. Hij wordt door een vrouwelijke collega te hulp geroepen omdat hij de naam heeft iedere verdachte aan het praten te krijgen. Zij – de collega – heeft ook de schijn tegen: haar gedrag in verre van onberispelijk. Maar ze lijkt meer te weten over de zaak van het babylijkje: namelijk dat het om twee lijkjes gaat en dat de dochter van de familie Veenstra daar meer van weet. En die dochter moet Martin Jansen – de enige die in het boek consequent met voor- en achternaam wordt genoemd – dus ondervragen.
Beide verhalen zijn in zekere zin topzwaar omdat ze door Peter Delpeut van heel veel actuele thematiek worden voorzien. De zoektocht naar de babylijkjes voert lang het onder erbarmelijke omstandigheden te werk stellen van illegalen en mensensmokkel. In het persoonlijke verhaal wordt gerefereerd aan doping en euthanasie. En dan wordt Martin Jansen ook nog fysiek en mentaal door zijn collega in het nauw gedreven wordt.
Aan het eind van Kruisverhoor zijn er meer zaken opgelost dan er in het begin om een antwoord vroegen, al blijft het de vraag hoe vooropgezet het plan van de vrouwelijke collega was om Martin Jansen op Eerste Kerstdag om ondersteuning te vragen. Want in the end gaat Kruisverhoor vooral over Martin Jansen.
Tot zover het verhaal. Een verhaal dat heel makkelijk een politieroman had kunnen worden – waarom niet, het genre is populair. Maar voor een politieroman is Kruisverhoor niet clichématig genoeg. Peter Delpeut is te goed in het hoofd van zijn hoofdpersoon gekropen, is te maatschappijkritisch en spot bovendien ook nog met agenten en hun routinematige bezigheden, om Kruisverhoor tot het genre te kunnen rekenen. Wat hij doet is spelen met de kenmerken van de politieroman om die vervolgens te integreren in wat gewoonlijk een psychologische roman wordt genoemd. En dan komen goed kunnende karakteriseren en sfeer tekenen goed van pas.
Leave a Reply