Dinsdag was een mooie dag. Een uitgelezen dag om door de stad te slenteren. Ik liep maar wat en keek om me heen. Toen zag ik haar naam: Gisèle d’Ailly. Ik dacht: goh, ze leeft nog. Gisèle d’Ailly van Waterschoot van der Gracht. Ik onthield die merkwaardige natte naam nadat ik haar lang geleden zag in Hier is… Adriaan van Dis.
Thuis zette ik de televisie nog even aan en tot mijn grote verbazing zag ik haar daar een Griekse dans dansen. Toeval dacht ik.
Toen ik net de krant opensloeg zag ik haar naam weer staan. Niet in zwierige letters, maar in gecentreerde schreefloze letters, ingesloten door een zwarte rand. Ze overleed afgelopen maandag, in haar atelier. Ik had het mis toen ik daar dinsdag langsliep. Ze leefde niet meer. Net niet meer.
Creatures for a day! What is a man?
What is he not? A dream of a shadow
Is our mortal being.
But when there comes to men
A gleam of splendor given of heaven,
Then rests on them a light of glory
And blessed are their days.
Woorden van Pindaros kozen de mensen van haar Castrum Peregrini om haar te gedenken.
Gisèle d’Ailly van Waterschoot van der Gracht diende de kunst in meer dan een opzicht, nadat ze ook mensen al een dienst bewezen had. Gisèle overleed in de leeftijd van honderd jaar. Die honderdste verjaardag was vorig jaar voor Jakhals Erik reden om haar te bezoeken.
Leave a Reply