Er was een tijd dat televisiekijken begon met staren naar een testbeeld. Toen werd er nog niet 24/7 uitgezonden. Pas vlak voordat een uitzending begon, verscheen uit het zwart het testbeeld, begeleid door een hinderlijk monotoon geluid.
Was het programma aanstaande dan werd het functionele testbeeld – op basis van het testbeeld kon je het beeld scherp stellen en de kleuren corrigeren – verruild voor steeds dezelfde elkaar in vaste volgorde afwisselende foto’s, waarvan deze mevrouw met de rozen er een is. Als kind kon ik die foto’s en de volgorde dromen. Nu meen ik me alleen nog te herinneren dat er ook een mevrouw met een tennisracket bij was.
Tegenwoordig doen we het zonder testbeeld en op de radio klinkt ’s nachts om twaalf uur ook niet langer het Wilhelmus voordat het stil werd tot de volgende ochtend zes uur. Radio en televisie zijn net als het leven zelf 24-uurs economieën geworden. Dat je ’s nachts naar de radio kunt luisteren vind ik logischer dan de hele dag naar televisie kunnen kijken.
Zou het erg zijn als niet meer elk uur van de dag vullen met programma’s en hun herhalingen? Of wen je daar ook weer aan. Stel nou dat het helpt om de bezuinigingsopdracht te realiseren.
De verleiding is groot om meer te kijken dan strikt noodzakelijk. Omdat er aanbod is. Zou ik me vervelen als ik niet meer op elk moment van de dag mijn toevlucht tot de televisie zou kunnen nemen? Ik denk het niet.
Televisie kijken is een gewoonte geworden. Daarom wil ik Mijn zomergasten beginnen met het testbeeld en die foto’s. Hoeveel memorabele momenten televisie ook opgeleverd heeft en van hoeveel gebeurtenissen ik dankzij dit medium ook getuige ben geweest, de sensatie van het wachten op wat komen gaat, die heb ik niet meer. Dus nog een keer: de televisie aan, de gordijnen een stukje dicht tegen het hinderlijk weerspiegelen van het echte leven en dan nog even geduld…
Leave a Reply