‘Het behoeft hier geen betoog dat het paradijs geen realiteit is en nooit is geweest. Het paradijs heeft geen adres en geen tijdperk.’ Ik ben nog maar net in Louise Fresco’s Hamburgers in het paradijs: voedsel in tijden van schaarste en overvloed begonnen als ik deze zin tegenkom.
Het paradijs bestaat niet en heeft nooit bestaan. En toch kan iedereen zich het paradijs voorstellen. Het paradijs als het ultieme, het hoogst haalbare.
‘In eerste instantie lijkt het onzinnig om je af te vragen hoe de ecologie van het paradijs eruit zou hebben gezien. Iets wat niet bestaat, heeft geen ecologische eigenschappen. Maar het beeld van het paradijs is zo sterk en zo frequent dat we het niet kunnen afdoen als onwetenschappelijke religie of domme mythologie. Omdat kunstenaars archetypen een vorm geven, kunnen we juist via de kunst als het ware de oudste denkbeelden opsporen die de mensheid heeft van overvloed, landbouw en voedsel. En omdat het paradijs nog steeds aanwezig is in het alledaagse spraakgebruik, heeft het een invloed die we niet moeten onderschatten.’
Ik weet niet hoe uw paradijs eruit ziet. Maar als u ergens komt waar de aarde rood kleurt, stof in striemen is neergedaald en de olijfbomen met bladeren die afhankelijk van het licht en de wind groen, grijs of zilver zijn onregelmatig verspreid in het landschap staan, dan heeft u het mijne bereikt.
Nee, dan bent u op een plek die op mijn paradijs lijkt, want ook mijn paradijs heeft geen adres – wat een mooie zin eigenlijk. Het leidt een nomadisch bestaan: het gaat waar ik ga, het zit in mijn hoofd.
Op 30 oktober komt Louise O. Fresco naar Zwolle, waar zij te gast is bij de Stichting Literaire Activiteiten Zwolle. In de aanloop naar die ontmoeting (her)lees ik haar werk.
Leave a Reply