Eén test heeft Het puttertje van Donna Tartt in elk geval met glans doorstaan. Toen ik na een week waarin het lezen van Het puttertje niet de hoogste prioriteit had, het boek weer ter hand nam, kon ik zonder problemen het verhaal – de draad en de sfeer – weer oppakken.
Ik had Theo na hoofdstuk 5 aan zijn lot overgelaten. Hij woont dan bij zijn vader in Las Vegas, en er wordt ook door hem nauwelijks naar Theo omgekeken. Het is dat Boris er is, anders zou Theo helemaal alleen in de woestijn zijn.
Gisteren nestelde ik me dus voor het eerst sinds een week weer met dat dikke boek op de bank en begon ik aan het hoofdstuk Wind, zand en sterren. Die titel dankt het hoofdstuk naar later zal blijken aan het boek Terre des Hommes van Antoine de Saint-Exupéry – de titel van de Amerikaanse versie luidt Wind, Sand and Stars, in Nederland werd het vertaald als Het rijk der menschen / Aarde der mensen – een boek dat Theo begeleidt tijdens eenzame uren.
Dat zijn vader Theo laat begaan, heeft gevolgen. Hoewel Donna Tartt er weinig nadruk op legt, krijgt het leven aan zelfkant vat op hem. Wat ze ook alleen maar en passant lijkt aan te raken zijn zijn trauma en zijn rouw. Maar Theo treurt wel degelijk om het verlies van zijn moeder. En hij heeft angstdromen.
Hij heeft weinig om zich aan vast te klampen, alleen het schilderij dat vastgeplakt onder zijn bed aan het zicht van anderen onttrokken is. Hij kan er manisch mee bezig zijn.
Het venijn zit in het slot van dit hoofdstuk. Opnieuw verandert het leven van Theo ingrijpend. Maar het voordeel is – denk ik, een voorschot nemend op de rest van de roman – dat hij daardoor terug kan naar New York.
Daar komt hij aan het eind van het hoofdstuk uitgeput en grieperig aan. Daar ga ik morgen verder. Daar verheug ik me op. En ik ben benieuwd wat Donna Tartt nu weer voor mij in petto heeft.
De draad van een verhaal oppakken, valt niet altijd mee. Vaak – wat is vaak, laat ik zeggen heel regelmatig – is mijn aanvankelijke enthousiasme verdwenen als ik een boek soms maar een paar uur links heb laten liggen. Het lijkt wel of het me dan niet meer lukt om de staat van verwondering en overgave waarin ik verkeerde toen ik gedwongen afscheid moest nemen opnieuw op te roepen. Hoe dat komt, houdt me bezig. Ligt het echt aan mij of ligt het toch aan het boek. Ik kan me niet voorstellen dat ik de enige ben met deze ervaring, maar in boeken over de receptie van literatuur heb ik er nog nooit iets over gelezen.
Dat dit me juist met Het puttertje van Donna Tartt niet overkwam vind ik eigenlijk wel verbazingwekkend. Want ik houd er rekening mee dat ‘verwachting’ één van de bepalende factoren is. En Donna Tartt moet met Het puttertje nogal wat verwachtingen waarmaken.
Toen ik gisteren op bladzijde 347 begon te lezen, was er van een dergelijke cesuur geen sprake.
Laat ik de test die Donna Tartt doorstond de literaire lakmoesproef noemen. Al weet ik nog niet wat met hiermee aangetoond is.
Paul van de Wiel says
Wat me nog niet duidelijk wordt is het thema, of nog beter de essentie, van de roman. Is het gewoon een goed verteld verhaal over mensen die in niets interessanter zijn dan gewone mensen? En roept het werkelijk een spanning op die bijvoorbeeld te vergelijken is met Perlmann’s zwijgen, waarin de hoofdpersoon zich steeds verder in de nesten werkt? En waarbij het toeval ook nog voor een verrassende oplossing zorgt. Maar zover ben je natuurlijk nog niet, dus ik wacht af.