Op teletekst las ik het bericht dat het weer oorlog is in Mozambique. Het in 1992 gesloten vredesverdrag tussen de twee strijdende partijen – Renamo en Frelimo – is door Renamo opgezegd.
Over die oorlog berichtte Adriaan van Dis in In Afrika: reisroman. Hij was in 1989 en 1990 in Mozambique.
In In Afrika: reisroman schrijft hij: ‘Ik maak deze reis om egoïstische redenen. Het was me afgeraden door de Beira-corridor te gaan, maar ik hoopte op mooie verhalen. Ik had struikrovers verwacht, opgezweept door een paar bigotte Rhodesiërs en Portugezen misschien, een vette Zuidafrikaan op de achtergrond, niet een volk dat elkaar uitmoordt.’
Dat deed dat volk dus wel, en Van Dis beschrijft de gruwelijkheden zo beeldend dat je er eigenlijk geen beeld bij nodig hebt. Tenzij het beelden van Kader van Lohuizen zijn.
Kadir van Lohuizen bezocht Mozambique in de periode 1990-1991 drie keer.
De woorden van Adriaan van Dis en de foto’s van Kadir van Lohuizen vullen elkaar aan. Dat blijkt uit Waar twee olifanten vechten: Mozambique in oorlog.
In het voorwoord van dat boek schrijft Adriaan van Dis: ‘Pas vorig jaar – [Waar olifanten vechten verscheen in 1992, lw] – hoorde ik van de foto’s van Kadir van Lohuizen. We bleken nagenoeg dezelfde streken en steden hebben bezocht en onder dezelfde bizarre omstandigheden te hebben gereisd. Hier en daar ontmoetten we dezelfde mensen. We hadden gezien dat de apartheidspolitiek niet ophield bij de grenzen van Zuid-Afrika.
Mozambique liet ons niet meer los en eenmaal thuis ergerden we ons aan het gemak waarmee het Westen een van de wreedste oorlogen van deze eeuw vergeet. (…)
We hadden allebei last van uitgestelde schrik. Toch verschillen beeld en boek. De foto’s vertellen een ander verhaal. We overlappen elkaar niet, we vullen elkaar aan. “You can’t make statements about Mozambique, nothing is true, nothing is a lie,” zegt een van de figuren uit In Afrika”.
Waar twee olifanten vechten is een verslag van onze verwarring.’
‘You can’t make statements about Mozambique, nozzing is true, nozzing is a lie’, zo zegt die figuur het in In Afrika: reisroman, aan een einde van een de volgende discussie:
‘ “Hoe dúrf je na twee dagen iets over dit land op te schrijven.’
‘Ik blijf misschien wel twee maanden,’ zeg ik geschrokken.
‘Je moet hier twintig jaar wonen voor je er iets van begrijpt. Er is altijd bandieterij in Mozambique geweest. De Portugezen hebben dit land nooit helemaal in handen gehad. Elke provincie kende zijn rovende war lords. Dit is een middeleeuwse oorlog, het platteland met al zijn stammen is net zo feodaal als het middeleeuwse Duitsland.” En dan, gemeen zachtjes: “Heb je al een mening?”
“Ik schrijf op wat ik zie en hoor,” zeg ik.
“Een Frelimo-man en een Renamo-man geven niet hetzelfde verslag van een tenniswedstrijd.”
“Ik luister naar beide.” ’
En dan zegt die ander dus die zin over statements.
Het is te hopen dat de geschiedenis zich niet herhaalt.
Leave a Reply