‘I collect my tools: sight, smell, touch, taste, hearing, intellect. Night has fallen, the day’s work is done. I return like a mole to my home, the ground. Not because I am tired and cannot work. I am not tired. But the sun has set.’
Zo begint Report to Greco: an autobiographical novel van Nikos Kazantzakis. Ergens op een stapel moet ook de Nederlandse vertaling liggen – Verantwoording aan El Greco – maar de moeite die ik daarvoor moet doen om die er nu bij te pakken, weegt niet op tegen het resultaat. Die zinnen zitten in het Engels – vertaling P.A. Bien – in mijn hoofd.
Zinnen over de dood die gevolgd worden door zinnen waarin het licht zich langzaam terugtrekt.
Ik kocht Report to Greco op Kreta. De avond voor ik weer naar huis ging, spoedde ik als een spijtoptant langs de dorpen.
Nikos Kazantzakis is de best vertegenwoordigde Griekse schrijver in mijn boekenkast. Hij en ik zijn in dezelfde stad geboren.
Door het artikel Nikos Kazantzakis: leven van zoeken en strijden van Hero Hokwerda – in het eindejaarsnummer van het tijdschrift Lychnari: verkenningen in het Griekenland van nu, met een dansende Anthony Quinn als Zorba de Griek op de cover – ligt mijn schrijftafel bezaaid met Kazantzakis. Hero Hokwerda vraagt zich in het artikel af of een Kazantzakis-revival in Nederland mogelijk is. Hoe actueel is wat Nikos Kazantzakis dacht en schreef nog.
Kazantzakis is geen gemakkelijke kost. Zijn werk is stevig geworteld in de Kretenzische aarde – ‘I have kept this soil with me always, during all my wanderings, pressing it in my palm at times of great anguish and receiving strength, great strength, as though from pressing the hand of a dearly loved friend’ – maar zijn denken (er)kent geen grenzen.
Vergeleken met A. den Doolaard – die een aantal Nederlandse vertalingen van werk van Nikos Kazantzakis van een inleiding voorzag – is Hero Hokwerda terughoudend in zijn aanbeveling. Maar hij noemt wel wat misschien wel het meest kenmerkende is in leven en werk van Nikos Kazantzakis: het zoeken.
Dat zoeken alleen al rechtvaardigt een eerste of een hernieuwde kennismaking van het gedachtegoed van Nikos Kazantzakis.
Het is al weer enige tijd geleden dat ik op de stadsmuur van Iraklion aan zijn graf stond. In plaats van er een steentje achter te laten, nam ik een steentje mee. Het meest rode steentje dat ik kon vinden. En woorden: ‘Ik hoop op niets, ik vrees niets, ik ben vrij.’
Weer thuis begon ik hem te lezen. En nu na het lezen van het artikel van Hero Hokwerda heb ik zin om hem, in ieder geval iets, te herlezen.
Misschien stuur ik zelfs wel een mailtje naar de Nederlandse Vereniging van Vrienden van Kazantzakis.
De Nederlandse Vereniging van Vrienden van Kazantzakis gaat proberen een nieuwe start te maken. Wie op de hoogte wil blijven, kan zich richten tot de secretaris, Angelikí Papastamatíou ( angelpapastamatiou@hotmail.com )
Leave a Reply