Volgens de dichter Isam Hussain (Irak, 1938) is de strijd om goud, zilver en brons in de sport vredelievender dan die om de edele metalen in vroeger dagen. Vroeger hing er heel wat van af, van dat hebben, houden of veroveren van goud, zilver en brons. Daar heeft hij gelijk in.
Maar waarschijnlijk weet Isam Hussain niet wat het winnen, maar vooral het verliezen van goud, zilver en brons voor fanatieke sporters met een Olympische droom betekent.
‘Oh, how refreshing to see
nations competing on ice
for Gold, Silver and Bronze,
Wearing their medals with joy.’
Dat laatste ging voor Koen Verweij niet op en ook Ireen Wüst keek gisteren een beetje beteuterd. Zeker toen ze hoorde dat de medaille waar zij haar zinnen op gezet had misschien wel minder waard was dan een bronzen op de korte baan.
Zou Isam Hussain er iets van vinden dat er vandaag geen Noor op het ijs te vinden is – (klap)schaatsen niet meegerekend – omdat ze zichzelf bij voorbaat kansloos achten voor goud, zilver en brons?
Gold, Silver, Bronze
Nations long ago, and more so today,
measure wealth by gold, silver and bronze.
They have given them powers that truly amaze:
arbiters over life and death, misery and joy.
Much blood is shed to gain them,
much misery is caused to amass them,
governments and individuals alike
these metals earnestly seek.
Such metals can end misery,
feed the hungry and refresh the thirsty,
restore sight to the blind and free from slavery,
clothe the naked and give the downtrodden dignity.
Alas, the more we have the more we want,
we go to the ends of the earth seeking it,
enslave nations to possess more of it,
rob them of a future because of it.
This loving planet has become a graveyard,
there is no place on earth we have not disturbed,
even its very air, the breath of life, is polluted.
How pitiful are the values of mankind!
Oh, how refreshing to see
nations competing on ice
for Gold, Silver and Bronze,
Wearing their medals with joy.
Not a drop of blood is shed,
no harm, no misery is caused
as the medals are amassed
and contestants contend.
Perhaps there is a lesson here
for individuals and nations alike
as they amass these metals of little use
turning them into gods of life.
Ondanks de zeventien medailles die Nederland nu, de ‘tien kilometer’ is nog niet begonnen, al heeft – vijf gouden, vijf zilveren en zeven bronzen – en de medailles die er de komende uren en dagen misschien nog geoogst gaan worden, moest ik tijdens het lezen van dit gedicht vooral denken aan die door rivaliserende kompels ingesloten werkloze mijnwerkers in een oude, verlaten goudmijn in Zuid-Afrika, die toen de redding nabij was liever opgesloten bleven zitten, om zo arrestatie te voorkomen.
Bram Vermeulen, correspondent in Zuid-Afrika, over dat kan:
‘Steeds meer mijnbedrijven besluiten hun medewerkers te ontslaan om vervolgens over te stappen op gemechaniseerde mijnbouw. Het resultaat hiervan is dat de medewerkers verlaten mijnen ingaan om alsnog te mijnen. Het opvallende is overigens wel dat deze mijnwerkers niet zijn komen vast te zitten door een ingestorte mijn, maar doordat een rivaliserende groep mijnwerkers een obstructie plaatste.’
Isam Hussain heeft gelijk:
‘Much blood is shed to gain them,
much misery is caused to amass them,
governments and individuals alike
these metals earnestly seek.’
Alleen is het geen voltooid verleden tijd.
Paul van de Wiel says
Het teveel bevredigt niet, het tekort ook niet. Zalig zij die tevreden zijn, maar dan moet je wel een hart van goud, sorry, steen hebben.