De Tour de France was een belangrijk deel van de zomers van mijn jeugd en tot en met het tijdperk-Armstrong ging ik nog graag een middag zitten voor een mooie bergrit. Maar voor mij en vele anderen is de charme van het wielrennen verdwenen toen aan het licht kwam hoe in- en in verrot de sport was. Het grote geld had van de wielerbond een corrupte bende gemaakt, van de kopmannen nietsontziende dictators en van de ploegartsen ordinaire drugsdealers.
Sommigen beweren dat de sport met doping leuker was en verlangen terug naar de tijd van onmenselijke prestaties. Sommigen zeggen, ach, je wist het toch eigenlijk, zo gaat het nou eenmaal in de sport, mooi dat het nu beter gaat (gaat het dat?). De verstokte fans blijven in ieder geval kijken, maar ik merk dat ik er niet meer van kan genieten en ik laat tijdens de Tour de televisie steeds vaker uit.
Dat is wielrennen. Maar de schade is veel groter. Op het moment is het hele land met schaatsen bezig. De Nederlandse schaatsters zijn in Sotsji, het kan u nauwelijks ontgaan zijn, zo goed als onoverwinnelijk. De sportgebeurtenissen worden, net als bij de Tour de France, dagelijks besproken in een avondprogramma. De sporters zelf, hun coaches en allerlei deskundigen zitten daar aan tafel en kletsen wat over hun sport, onder leiding van Henry Schut en Erben Wennemars. Een goed gemaakt programma en het kijkt heerlijk weg. Ik mis nauwelijks een avond.
Maar op 14 februari, aan de vooravond van het zogeheten ‘koningsnummer’ van het schaatsen, de 1500 meter voor de heren, kreeg de uitzending iets onheilspellends. Aan tafel zaten Rintje Ritsma, Bart Veldkamp en Hein Vergeer. Waarom zijn die Nederlandse schaatsers zo goed, was de vraag. Het antwoord was unaniem: door de inzet van Ritsma zijn er in Nederland commerciële schaatsploegen en een professionele competitie ontstaan. De concurrentie onderling is enorm en daarom is het niveau zo hoog.
Ineens beving mij een naar voorgevoel. Die mannen, die daar zo zaten en en bloc hetzelfde beweerden… Het kreeg iets engs. Misschien had het met die woorden te maken: commercieel. Professioneel. Concurrentie. Maar ik dacht ook: dat verhaal is zo afgestemd en gepolijst dat het wel een dekmantel, of in ieder geval maar een deel van het verhaal, lijkt te zijn. Wat als die drie kerels daar (en vele anderen) iets weten wat het publiek niet weet? Wat als dit alles, de serieuze tronies die uitleggen hoe professioneel en gemotiveerd de Nederlanders zijn en hoe knullig de andere landen hun trainingen opbouwen, een dekmantel is voor een beerput die minstens net zo diep en smerig is als die van het wielrennen?
En wat als Henry Schut en Erben Wennemars (die nota bene bij de Spaarselect-ploeg samenwerkte met arts Berend Nikkels, die in het openbaar pro-doping is en in de wielerwereld meerdere malen in beeld was bij dopingschandalen), die daar zo braaf de kritiekloze vraagjes stellen, minder dom zijn dan De Mart en er ook gewoon vanaf weten?
Ben ik paranoïde? Ik was in ieder geval niet de enige met een knagend gevoel. Vanuit het Noorse schaatsteam werd beweerd dat de Nederlanders veel minder streng op doping gecontroleerd werden dan andere schaatsers. Teun van de Keuken vroeg zich in zijn column voor Het Parool af of Schut ‘de nieuwe Mart Smeets’ aan het worden was. En dat bedoelde hij niet positief. Op InfoNu zette iemand die zich Pernambuco noemt een aantal dopinggevallen uit het schaatsen op een rij. Ook Marianne Timmer, Gianni Romme (tegenwoordig beide schaatscoach en vaste gast bij Studio Sportwinter) en Johan Olaf Koss (die bij deze uitzending in het publiek zat) behoren tot de verdachte gevallen.
De Noren werden weggezet als sour losers, de column van Van de Keuken riep in de woestijn. Het is duidelijk: we gaan het in het schaatsen, net als in het wielrennen, pas openlijk over doping hebben als we echt niet meer anders kunnen. Onder leiding van de vaste club van de NOS dienen wij zonder kritische vragen onze helden toe te juichen.
Maar ik krijg dat dus niet meer voor elkaar. De littekens die de wielrenwereld gemaakt heeft zijn te diep. Er is nog geen Nederlandse schaatser betrapt en dat gebeurt misschien ook wel nooit, maar doping heeft voor mij het schaatsen al verpest.
(Liliane Waanders volgt de Olympische Winterspelen voor Hanta trouwens op de voet en leest daarbij – lees al haar winterse artikelen hier)
Paul van de Wiel says
Alles mag geschreven worden maar deze verdachtmakingen zijn op valse lucht gebaseerd. Naar mijn bescheiden mening zijn de voorwaarden voor een schaatsoverheersing door Nederlanders optimaal.
Alleen statistisch al. Wij hebben de meeste schaatsers en de meeste schaatsbanen.
FrankvanH says
Ik snap wat je bedoelt.
Elke vorm van Suprematie in een Duursport zoals schaatsen, wielrennen en bijv. Biatlon zijn in verband gebracht met doping of ook daadwerkelijk veroordeeld voor doping.
De ISU en de KNSB hebben vieze handen als het gaat om doping zo is er bekend dat er heel veel in de doofpot word gestopt wat doping betreft.
Want je ziet wat er met de sport(wielrennen)gebeurd als dergelijke schandalen uitkomen.
Ook als je de sporen van de team artsen binnen het schaatsen volgt zijn er ook weinig met een schoon geweten.
Daarbij komt dat Sven kramer zegt dat hij elke 2 weken gecontroleerd is wat meer dan genoeg tijd geeft om bepaalde anabolen hun werk te laten doen en laten na een paar dagen al geen enkel spoor na dus zeker niet meer bij de volgende controle.
Maar dit alles geld voor praktisch elke sport waarbij lichamelijke inspanning nodig is.
Ik vind de sporten er niet minder leuk door het hoort ook een beetje bij het spel, als je een sport wilt zien waarbij niet vals gespeeld kan je beter geen sport meer kijken.
Bouke Vlierhuis says
Dank voor de reacties.
@Paul: het zijn niet eens zozeer verdachtmakingen, het is meer dat, zoals Frank in zijn reactie ook zegt, bepaalde patronen die we nu in het Nederlandse schaatsen zien in het verleden uiteindelijk altijd hebben geleid tot dopingonthullingen. Het kan zomaar zijn dat dat in dit geval niet gebeurt, maar ik merk bij mezelf dat ik me bij het kijken naar het schaatsen onwillekeurig indek tegen de eventuele teleurstelling. Daar gaat dit stuk over.
@Frank: We gaan zien wat de toekomst brengt, maar voorlopig vermaak ik me met sporten als snowboarden die meer op eye candy en minder op hematocriet leunen.