Nadat nog niet zo heel lang geleden Saskia Noort voorrekende hoe rijk ze had kunnen zijn als al die mensen die haar boeken illegaal downloaden een e-book gekocht hadden – weliswaar maakte ze een denkfout: ze vermenigvuldigde het aantal verkochte exemplaren van haar laatste als e-book verschenen titel met tien (omdat er maar voor één op de tien e-boeken betaald wordt) en kwam toen uit op een gigantisch bedrag aan gederfde inkomsten – mengen nu René Appel en Nelleke Noordervliet zich (mede namens Daan Heerma van Voss, Mensje van Keulen, Geert Mak, Christine Otten, Charles den Tex, Aleid Truijens, Manon Uphoff, Simone van der Vlugt, Frank Westerman, Robbert Welagen en Joost Zwagerman) in de discussie.
Op de opiniepagina in NRC Handelsblad van 7 maart roepen zij minister Opstelten op – Opstelten help ons, we worden bestolen – om het misdrijf dat het illegaal downloaden van hun boeken is met kracht te bestrijden. De minister hoeft daarbij slechts toe te zien op naleving van de Auteurswet, waarin geregeld is dat alleen de auteur of dienst rechtverkrijgende een werk van letterkunde, wetenschap of kunst openbaar mag maken en vermenigvuldigen.
Laat ik vooropstellen dat ik vind dat wie werkt daarvoor beloond moet worden. Dat ik het niet op alle punten met de redenering van René Appel en Nelleke Noordervliet eens ben, doet daarbij niet ter zake. Ik vind deze zinnen bijvoorbeeld onnodig kwetsend: ‘Schrijvers verdienen steeds minder, er blijft nog een beperkt aantal redelijk verdienende schrijvers van bestsellers over en onder die toplaag schuilt dan een groeiend aantal would-be schrijvers, die hun boeken zelf op internet zetten. Gratis of niet, en vaak van dubieuze kwaliteit, iedereen kan schrijver zijn! Maar het literaire bedrijf is een onderdeel van de cultuur, waar kwaliteit wordt bevorderd en geleverd. En dat heeft zijn prijs.’
Het was echter een andere zin waar ik lang over na moest denken voordat ik verder kon lezen: ‘Wie een boek leent van een vriend of vriendin, leest het ook zonder te betalen maar stelt zich niet in het bezit van een werk, dat immers via een eerlijke transactie is verkregen.’
‘Wie een boek leent van een vriend of een vriendin, leest het ook zonder te betalen maar stelt zich niet in het bezit van een boek’, om dat deel van de zin gaat het mij.
Ik houd van het boek als ding, maar koop maar zelden een boek alleen omdat het zo’n mooi ding is. Het gaat mij om de inhoud en wat die inhoud teweegbrengt.
Het ‘bezit(ten)’ ligt niet voor mij dan ook niet besloten in het kopen, lenen of ontvreemden, maar in het lezen van een boek. In het kennis nemen en het je toe-eigenen van de inhoud.
Die inhoud is de verdienste van de schrijver. Voor de verpakking zijn anderen verantwoordelijk.
Voor een schrijver maakt het niet uit of het verhaal dat hij verzint een boek van papier of een boek van bits en bytes wordt: het werk moet hoe dan ook gedaan worden.
Werk waarvoor hij overigens vergeleken met degenen die de verpakking maken, distribueren en verkopen altijd al slecht betaald kreeg.
…
Met de komst van het e-book is een nieuwe fase ingetreden in de technische reproduceerbaarheid van het geschreven woord. De eerste stap – de uitvinding van de boekdrukkunst – was een zegen. Vanaf dat moment werd het mogelijk om pamfletten en boeken met een relatief kleine inspanning onder een groot publiek te verspreiden.
Het toenemen van die beschikbaarheid had een keerzijde – ik verzin die overigens niet allemaal zelf: ik heb hier Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid van Walter Benjamin bij de hand en probeer wat hij schrijft over beeldende kunst, fotografie en film van toepassing te verklaren op literatuur: de afstand tussen de producent en consument werd groter en een kunstwerk – ik vind literatuur kunst – verliest zijn uniciteit.
Inmiddels is het dankzij de techniek mogelijk om zonder tussenkomst van belanghebbenden – waarvan de schrijver, de uitgever en de boekverkoper de meest in het oog springende zijn – ongezien ‘eigenaar’ te worden van een literair werk. Van een exemplaar van een literair werk dat daarvoor nog niet in omloop was.
…
Dat er mensen zijn die schijnbaar vinden dat illegaal downloaden ‘moet kunnen’ heeft –met die technische reproduceerbaarheid maar zeker ook met de gevolgen van die technische reproduceerbaarheid te maken.
Niet iedereen die een e-book downloadt zonder daarvoor te betalen – zelfs niet iedereen die dat met voorbedachten rade doet – zal zich realiseren dat hij een misdrijf pleegt.
De illegale downloader kopieert omdat het kan en vraagt zich steeds minder af waar hij mee bezig is. Misschien denkt hij nu nog ‘moet kunnen’, maar het is een kwestie van tijd en ook dat laatste restje schuldbesef zal verdwenen zijn.
Een boek ontdaan van zijn fysieke verschijningsvorm is een verzameling data. Een verzameling data die met een druk op een knop gedeeld kan worden.
Eenmaal ontdaan van zijn fysieke verschijningsvorm is het boek nog minder een kunstwerk dan het als ding was. Een boek kent ook als ding geen hier en nu – een in het hier en nu aanwijsbaar origineel draagt bij aan de echtheid van een kunstwerk, inderdaad: dit ontleen ik aan Walter Benjamin. Zelfs het eerste exemplaar dat met veel ceremonie aan deze of gene overhandigd wordt, is alleen maar spreekwoordelijk het eerste exemplaar.
(Een uitzondering vormen bibliofiele uitgaven die in een gelimiteerde bij voorkeur genummerde en door de auteur gesigneerde oplage verschijnen.)
…
De schrijver zal de illegaal downloadende lezer een zorg zijn. Door de technische reproduceerbaarheid van zijn werk wordt de schrijver een niemand. Terwijl schrijvers tegenwoordig toch zo zichtbaar zijn, raken ze als maker van dat kunstwerk dat op onrechtmatige wijze verkregen is uit beeld.
Een illegaal downloadende lezer zal zich niet verantwoordelijk voelen voor en/of schuldig over de inkomsten die de schrijver derft. Daarvoor is de afstand tussen producent en consument te groot.
…
René Appel en Nelleke Noordervliet vragen onder verwijzing naar artikel 1 van de Auteurswet de minister van Veiligheid en Justitie om het recht te laten zegevieren.
Dat is de eerste stap in de strijd tegen het illegaal downloaden. Een noodzakelijk stap, maar meer dan symptoombestrijding is het niet. Er is een mentaliteitsverandering nodig.
Delen mag dan het nieuwe hebben zijn, het werkt alleen als dat delen tot tevredenheid van alle partijen plaatsvindt. Als iedereen er beter van wordt.
Maar de grootste hobbel die genomen moet worden, is het weer samen laten vallen van de kunstenaar met het werk dat hij maakt. Lezers – niet alleen de illegaal downloadende – moeten zich weer gaan realiseren dat ook literatuur maakwerk is, waar een redelijke / eerlijke vergoeding tegenover moet staan.
Dat is iets anders dan steggelen over de prijs van een e-book.
Leave a Reply