Ik bevind me tussen twee boeken. Oorlog en terpentijn van Stefan Hertmans is net uit en De spiegelingen van Erwin Mortier ligt klaar. Maar ik wil ook nog wat over Oorlog en terpentijn schrijven. Niet per se een recensie. Maar ook voor wat het eventueel wel wordt, heb ik afstand nodig. Gevoelsmatig is ook niet goed om nu meteen in De spiegelingen van Mortier te beginnen omdat het misschien wel te verwant is aan Oorlog en terpentijn. En dus maak ik omtrekkende bewegingen.
Ik kijk op lezentv.nl naar wat Stefan Hertmans over Oorlog en terpentijn vertelt. Ik ‘blader’ wat door wat anderen er al schreven, en wijk dan uit naar Geert Mak, die een paar dagen geleden in Eén op één het belang van Europa onderstreepte, wetende hoe de Europese vlag er vlak voor de verkiezingen van het parlement er in Nederland bij hangt.
Geert Mak reisde in 1999 ‘eindeloos door Europa. Het was een reis door het continent, maar ook een reis door de tijd, beginnend in het Parijs van 1900, eindigend in het Sarajevo van 1999. Het was een soort inspectietocht: hoe lag alles erbij, aan het einde van het millennium? En tegelijk was het een soort verkenning door de geschiedenis van de eeuw, op zoek naar de laatste sporen en ooggetuigen.’
Onderweg schreef hij elke dag een minicolumn, en later – op basis van die columns en het materiaal dat hij verzamelde – In Europa: reizen door de twintigste eeuw.
In zijn reisimpressies – gebundeld ter gelegenheid van de verfilming van In Europa: reizen door de twintigste eeuw – zoek ik naar zijn kijk op de oorlog waar Stefan Hertmans en Erwin Mortier over schrijven. Ik vind genoeg, en pik er dit uit:
‘Wanneer zal ooit de emotie van de Grote Oorlog doven? Wanneer wordt het eindelijk geschiedenis? Ik doe een gok: nu. Ergens tussen de derde en de vierde generatie, tussen de kleinkinderen – die de betrokkenen nog net kenden – en de achterkleinkinderen verandert de houding. Je ziet dat aan de manier waarop in sommige frontmusea de herinnering plaatsmaakt voor spektakel. In de IJzertoren van Diksmuide ga je door een loopgraaf onder artillerievuur. In het Ieperse museum in Flanders Fields maak je een bestorming mee, compleet met doodsgereutel, orgelmuziek en visioenen van thuis. In het grote knekelhuis bij Verdun is de dagelijkse mis vervangen door een maandelijkse. Maar de onderaardse citadel van diezelfde stad heeft tegenwoordig wel van die spookhuiswagentjes, waarbij met de modernste technologie alle helse ellende kan worden opgeroepen. Langzaam verschuift het gevoel: van verbondenheid naar rariteit’,
Uit: Last Post in: In Europa: reizen door de twintigste eeuw met Geert Mak (de gebundelde columns)
omdat ik het niet kan rijmen met Oorlog en terpentijn dat ik net uit heb en met hoe Stefan Hertmans in het interview de Grote Oorlog naar het nu heb horen halen.
Misschien is het omgekeerd. Misschien wordt hetzelfde verhaal op een andere manier verteld omdat de achterkleinkinderen het willen horen, maar zich niets voor kunnen stellen bij de oorspronkelijke versie van de werkelijkheid.
Kan iemand bij wie de Grote Oorlog niet in de genen zit, de betekenis van die oorlog tot op het bot voelen.
Stefan Hertmans tipt in Oorlog en terpentijn werelden van verschil aan. Om de werkelijkheid achter Oorlog en terpentijn tot in detail tot je door te laten dringen moet je een goede verstaander zijn. Zijn grootvader – van hem kreeg Stefan Hertmans de cahiers op basis waarvan hij het leven van Urbain Martien in oorlogstijd, het middendeel van Oorlog en terpentijn kon schrijven – leefde in een werkelijkheid waar wij, ondanks de geschiedenisboeken, al niet meer bij kunnen.
Zelfs Urbain Martien moet versteld gestaan hebben van de veranderingen waar hij getuige van was:
‘Weer zijn er in de winter van 1917-’18 jongen omgekomen van ontbering, kou, longontsteking, tyfus, verdriet, ingewandsziekten, syfilis, wanhoop, woede, weet ik wat, maar het meest gruwelijke wat we horen komt uit Passendale, oktober en november van dat jaar. Wij zitten ingegraven, zien onze brancardiers een voor een opgeroepen worden. Het woord Passendale ligt op ieders lippen. De officieren zwijgen en kijken naar de grond wanneer we om uitleg vragen. Het mortiervuur in de verte is heviger dan alles wat we tevoren ooit hoorden. Er wordt mosterdgas gebruikt, de verhalen die we vernemen zijn zo gruwelijk dat we haast dankbaar zijn dat we hier mogen zitten wegrotten in de modder, slechts overgeleverd aan bevriezing, verraderlijke mitrailleurs en militaire willekeur. De brandwonden ten gevolge van mosterdgas blijken pijnlijker dan wat men ooit heeft gezien; er blijkt ook geen zalf of geneesmiddel voorhanden om het lijden van de brullende slachtoffers te verzachten. De moraal zinkt dieper dan het nachtelijk vriezen.’
Al veel eerder heeft Urbain Martien geconstateerd dat hij en de zijnen ondanks hun militaire training niet opgewassen zijn tegen de Duitsers die beter lijken te weten waar ze mee bezig zijn en beschikken over wapens die bestand zijn tegen de strijd die geleverd moet worden:
‘Op gezette tijden hebben we veldoefeningen, die vooral lijken te dienen om ons bezig te houden en te vermoeien. Langs de uitvalswegen hebben we stelselmatig bomen moeten omhakken. Die liggen kriskras over de weten om een verrassingsaanval te verhinderen, iets waarin we eigenlijk niet geloven.’
‘We staan inmiddels in slagorde, bajonet op het geweer. De officieren brullen bevelen in het Frans. Als ze uitgebruld en hees geschreeuwd zijn, vertalen onze commandanten de orders. Er wordt bevolen terug te marcheren naar het westen. Onderweg horen we dat bijna alle forten zijn gevallen en weerstand onmogelijk is geworden. De Duitsers gebruiken zware mortieren met een kaliber van 42 centimeter die bij ons volledig onbekend zijn. Ze hebben daarmee bressen in alle Luikse forten geslagen; het zijn achterhaalde bolwerken, die hoogstens weerstand konden bieden aan een kaliber van 21 centimeter.’
Urbain Martien is een anachronisme. Al weet ik natuurlijk niet in hoeverre Stefan Hertmans bij het zich eigen maken van de memoires van zijn grootvader voortgeschreden tijd in zijn tekst gesmokkeld heeft.
In between two books ben ik nu ook tussen tijden beland.
Leave a Reply