‘Kriterion lag op het dak van het Groothandelsgebouw, twaalf etages boven de brede stroken asfalt die het centrum van Rotterdam doorsneden. Voor in de bioscoop boden een paar hoge vensters een panoramisch zicht op het Weena, de fonteinen van het Hofplein, de groenkoperen kap van de nieuwe concertzaal, en de rails van het nabijgelegen Centraal Station, die in het laatste daglicht lagen te blikkeren’,
schrijft Jan Brokken in Mijn kleine waanzin.
Dat Kriterion bestaat nog steeds, het is alleen geen bioscoop meer. Het is een zaal waar evenementen kunnen plaatsvinden, maar van die mogelijkheid wordt nog maar zelden gebruik gemaakt.
Gisterenavond vond er een evenement plaats: Woordnacht. Jan Brokken is een van de genodigden. Terwijl op het toneel de technicus er zorg voor draagt dat Jan Brokken straks tijdens zijn lezing fragmenten kan laten horen die overtuigend aantonen dat de invloed van Chopin op de Antilliaanse muziek groot is (Jan Brokken, geïnteresseerd in hoe culturen mengen, schreef er Waarom elf Antillianen knielden voor het hart van Chopin over), zit ik naast Jan Brokken op de eerste rij en luister naar de herinneringen die hij ophaalt.
Hij zag er samen met zijn vriend Erik menig film ‘die we eigenlijk nog een keer moesten zien om er ten minste iets van te begrijpen, en die even hermetisch en geheimzinnig voor ons bleven als we er lang over napraatten (…) – zo staat het in Mijn kleine waanzin. De films die hij noemt – die titels staan niet in Mijn kleine waanzin, draaiden al lang niet meer in een bioscoop tegen de tijd dat ik de leeftijd had om naar de bioscoop te gaan, maar ik ken ze wel. En ook op mij maakten ze indruk. Ook ik zag dat ze toonaangevend waren.
‘Ik heb erover geschreven in Mijn kleine waanzin’, besluit hij. De technicus is bijna klaar.
En dus blader ik nu – the day after – in Mijn kleine waanzin.
‘Aan het begin van de voorstelling schoof een gordijn voor het venster en zakte het scherm uit het plafond, langzaam en in volkomen stilte, waardoor de werkelijkheid als verflauwend waslicht voor de illusie week. Na de film gebeurde het omgekeerde: een kabel trok het witte doek omhoog, de gordijnen gingen open en de stad kwam weer tevoorschijn. Een stad waarover de avond was gevallen, waarin koplampen lange strepen trokken over het natte asfalt en neonreclames verticaal oplichtten. Je bleef naar de stad zitten kijken las naar een film, en de beelden die nog op je netvlies lagen vervloeiden met de gebouwen en wegen, alsof Marcello Mastroianni daar nog ergens rondliep en ieder moment in de fontein van het Hofplein kon stappen en Ingrid Thulin het licht aanknipte op de zevende verdieping van het Hilton.’
Het gordijn bleef gisteren dicht. Ik moest het doen met het vermoeden van de stad. Dat ik even mee mocht naar zijn verleden vond ik een genereus gebaar.
Op 30 oktober 2011 was Jan Brokken met pianist/componist Wim Statius Muller en zangeres Izaline Calister (beiden geboren op Curaçao, hij woont er nog, zij niet meer) te gast in Vrije Geluiden om over de oorsprong van de Antilliaanse muziek te praten. Net als gisteren in Rotterdam dus.
Leave a Reply