Een authentiek verhaal transformeren tot een ander even authentiek verhaal
‘Het werk plaatste me voor de pijnlijke waarheid van elk literaire werk: ik moet eerst genezen van het authentieke verhaal, het loslaten, om het op mijn manier terug te vinden. Maar de tijd drong meer dan ooit, en ergens had zich in mijn hoofd vastgezet dat ik dit werk moest afronden vóór de eeuwherdenking van de grote oorlog, zijn oorlog. Mijn gevecht met zijn herinnering.’
Meer dan dertig jaar geleden kreeg Stefan Hertmans van zijn grootvader twee cahiers waarin hij zijn oorlogservaringen had opgetekend. Zijn grootvader moet vermoed hebben dat in Stefan Hertmans behalve een dichter ook een schrijver schuil ging.
Het was de tweede keer dat de kleinzoon een kostbaar geschenk van zijn grootvader ontving. Toen hij twaalf werd kreeg hij het gouden zakhorloge dat al generaties lang meeging. In handen van de kleinzoon is het horloge geen lang leven meer beschoren.
De cahiers zijn een herkansing, met Oorlog en terpentijn lost Stefan Hertmans een schuld in.
Maar Oorlog en terpentijn is geen transcriptie van de tekst in de cahiers. Het is zelfs maar de vraag of daar waar de schrijver zijn grootvader het meest letterlijk aan het woord laat – tekst die in Oorlog en terpentijn cursief gedrukt is – hij de cahiers zonder meer citeert.
De cahiers vormen de basis voor het middendeel van Oorlog en terpentijn. Het deel waarin Urbain Martien tijdens de Grote Oorlog boven zichzelf lijkt uit te stijgen. Daaraan vooraf gaat een deel waarin Urbain Martien zoon van is. Zoon van een schilder wiens voornaamste bezigheid het is kerkinterieurs van anekdotische schilderingen te voorzien, dan wel de aanwezige afbeeldingen te restaureren. Het derde deel van het drieluik – dat behalve een familie- ook een mentaliteitsgeschiedenis is – beslaat zijn leven na die oorlog die zo duidelijk sporen heeft nagelaten. Het leven waarin hij getrouwd is met de zus van de vrouw van wie hij werkelijk hield, maar van wie hij al voor zijn trouwen door de dood wordt gescheiden.
In het eerste en in het derde deel maakt Stefan Hertmans zelf zijn opwachting. Hij bezoekt ‘plaatsen’ die in het leven van zijn grootvader van belang waren en hij kijkt naar kunst die zijn grootvader tot voorbeeld strekte. Want Urbain Martien trad in de voetsporen van zijn vader. Hij keek de kunst af, hij schilderde.
Op het eerste oog mag Oorlog en terpentijn een de feiten en de chronologie volgende gereconstrueerde levensloop lijken, ik vind de manier waarop Stefan Hertmans door de hele roman de vraag naar het authentieke weeft de kern van het verhaal.
Authentiek. Dit is volgens het woordenboek: eigenhandig geschreven of gemaakt; overeenstemmend met het oorspronkelijke en de betrouwbaarheid gewaarborgd.
Drie betekenissen die van toepassing zijn op Oorlog en terpentijn. Op het van historie naar fictie schrijven van de werkelijkheid. Stefan Hertmans heeft een vorm gevonden die recht doet aan wat zijn grootvader hem heeft nagelaten, maar veel meer is dan een reconstructie van zijn heldhaftig optreden in de loopgraven.
Stefan Hertmans is niet de enige kunstenaar in de familie die werkelijkheid transformeert. Zijn overgrootvader deed dat in de kerken waar hij onder barre omstandigheden die zijn gezondheid geen goed deden zijn geschilderde sporen naliet.
Maar de essentie van echtheid zit uiteindelijk niet in authenticiteit.
Als Oorlog en terpentijn nog maar net begonnen is, gaat Stefan Hertmans met zijn zoon naar Londen onder andere om er in de National Galery Venus voor de spiegel van Velázquez te bekijken. Een schilderij dat hij dankzij de nageschilderde versie van zijn grootvader kende:
‘Daar hangt ze naak en onaantastbaar te wezen: Velázquez’ Venus voor de spiegel, bekend als de Rokeby Venus. Het schilderij is groter dan ik het me herinner, als ik tenminste de iets kleinere kopie die mijn grootvader ooit maakte goed in mijn geheugen heb; ik zag die slechts vluchtig, ergens in zijn opkamertje. Venus’ haren zijn ook van een lichtere tint dan op zijn kopie – ik weet niet waarom de zorgvuldige kopiist die mijn grootvader was, de haren bijna zwart heeft geschilderd. Ik word teruggekatapulteerd in de tijd – naar de dag in mijn kinderjaren toen ik de drie treden naar zijn kamer op sprong en hij stil zat te huilen met een reproductie van dit schilderij in zijn handen. Ik blijf lang voor het meesterlijke tafereel staan, in de ban van de herinnering.’
Dat in deze passage het noodlot dat Urbain Martien trof schuilgaat, wist ik toen nog niet. Maar ik maakte wel een aantekening. Het leek me een scène die van belang zou kunnen zijn.
Dat blijkt ook daadwerkelijk zo te zijn. Als in Oorlog en terpentijn bijna het hele verhaal verteld is, realiseert Stefan Hertmans zich – althans het personage dat hij van zichzelf gemaakt heeft realiseert zich dan pas – wie zijn grootvader op de kopie van dat schilderij van Velázquez heeft vereeuwigd.
De schilderijen van zijn grootvader – de (zelf)portretten en de kopieën – blijken meer nog dan de cahiers met oorlogsmemoires zijn ziel bloot te leggen.
‘De waarheid van het leven verbergt zich vaak op plekken die men niet met authenticiteit verbindt. Het leven is subtieler in die dingen dan de moraal van mensen en hun rechtlijnigheden. Het leven werkt als deze kopiërende schilder, met schijn die waarheid zal verbeelden.’
Stefan Hertmans zet een traditie voort. Ook hij vereeuwigt dierbaren, en hij smokkelt net als zijn overgrootvader zijn zoon een kunstwerk binnen.
Oorlog en terpentijn is gebaseerd op feiten uit de familiegeschiedenis, maar Stefan Hertmans schreef veel meer dan een autobiografische roman. En ondanks die cahiers van zijn grootvader en het indrukwekkende verbeelden van die oorlog die alles veranderde – niet alleen de scènes op het slagveld, maar ook de onderhuidse en openlijke spanningen tussen de Walen en de Vlamingen zijn schrijnend – is Oorlog en terpentijn geen oorlogsroman.
Het genezen van het authentieke verhaal, het loslaten en terugvinden, duurde meer dan dertig jaar. Maar Stefan Hertmans is voor zijn lange wachten beloond, ook al won hij de Lirbris Literatuur Prijs niet.
pjottr says
“daadwerkelijk” in plaats van werkelijk”: raar en lelijk
randvoorwaarden ipv voorwaarden, enz.
Ellen Smal says
Ik vond het tweede deel het meest interessant. Voor de schrijver zelf ongetwijfeld goed om al die ‘plaatsen’te bezoeken en ook daarmee tot de essentie van het verhaal te komen, maar voor mij als lezer wel erg lang uitgesponnen.
Dank voor je bespreking, het maakte voor mij meer duidelijk.
Ellen Smal
Ellen Smal says
Ik vond het tweede deel het meest interessant. Voor de schrijver zelf ongetwijfeld goed om al die ‘plaatsen’te bezoeken en ook daarmee tot de essentie van het verhaal te komen, maar voor mij als lezer wel erg lang uitgesponnen.
Dank voor je bespreking, het maakte voor mij meer duidelijk.
Ellen Smal
Julian Hoogeveen says
“En ondanks die cahiers van zijn grootvader en het indrukwekkende verbeelden van die oorlog die alles veranderde … is Oorlog en terpentijn geen oorlogsroman.”
Natuurlijk is ‘Oorlog en terpentijn’ een oorlogsroman… Het leven van Urbain Martien zou zonder het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog allesbehalve bijzonder genoeg zijn voor een autobiografie. De volledige roman staat in het teken van ‘de kleine held in de Grote Oorlog’ en de psychologie en nasleep die jaren later nog van toepassing was op de soldaten die het uberhaupt overleefd hebben.
Het klopt dat het boek beter in de categorie ‘aflossen van schuld’ geplaatst kan worden, maar dat gegeven neemt zeker niet weg dat het boek tevens in de categorie oorlogsliteratuur valt.
Probeer trouwens consistent te blijven wat betreft de naam van de schrijver. Ik zie dat u naast ‘Stefan’ ook ‘Stephan’ meer dan één keer gebruikt hebt in uw recensie.
Kleine details, maar ik voelde me zo vrij om ze toch even duidelijk te maken.