In De zee van vroeger (1986) staat een verhaal – Het laatste oordeel, ook opgenomen in De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 verhalen, samengesteld door Joost Zwagerman – waarin een zoon zijn vader helpt zijn boekenbezit terug te brengen tot één strekkende meter. Meer boeken mag de vader niet meenemen naar het bejaardenhuis.
Natuurlijk biedt dat schiften mogelijkheden om terug te kijken op geleefde levens. En dat doen de vader en de zoon dan ook. Maar Het laatste oordeel gaat ook heel letterlijk over lezen. Over de invloed van boeken op lezers. Er worden in Het laatste oordeel veel boeken en schrijvers met naam en toenaam genoemd.
Jan Brokken was (en is) voor mij een schrijver die feiten filtert en zeeft voordat hij ze tot zijn fictie toelaat. Waar hij die schrijvers en titels vandaan haalde, vroeg ik me niet af. Belangrijker was dat het werkte. Dat de boeken bijdragen aan het scheppen van een levensecht beeld van meer dan alleen een vader-zoonrelatie.
In 2012 verscheen Blok: de boekhandelaar van mijn vader. Toen de Koninklijke Boekverkopersbond Jan Brokken vroeg om ter gelegenheid van het 105-jarig jubileum een boek te schrijven, moest Jan Brokken aan de boekhandelaar van zijn vader denken.
Op basis van zijn eigen herinneringen, die van de kinderen en het personeel van boekhandelaar van zijn vader en archiefonderzoek reconstrueert Jan Brokken hoe Blok – die actief was in het verzet en in zijn persoonlijk leven tegenslagen kende – op de stroom van de wederopbouw zijn winkel(s) letterlijk en figuurlijk vormgaf en in groter verband het aanzien van het vak van boekverkoper mede bepaalde.
De vader van Jan Brokken kocht bij Blok boeken van het geld dat hij verdiende met ‘uit preken gaan’. Hij speelt in Blok: de boekhandelaar van mijn vader maar een bijrol. Net zoals de boeken die hij bij Blok kocht. Maar hun rol is groot genoeg om te kunnen constateren dat het boeken zijn die ook bij de vader die in Het laatste oordeel moet ‘verhuizen’ in de kast staan:
‘Barth. Barth. Barth. Berkhoff. Een paar mindere goden. En dan Kierkegaad, Kierkegaard, Kierkegaard, Kierkegaard.
“Ik wist niet dat je zoveel Kierkegaard had.”
“Stijg ik nou in je achting?”
“Behoorlijk.”
“Dan had ik al heel lang geleden in je achting kunnen stijgen, want die boeken zijn van ver voor de oorlog.”
(…)
“Meenemen, deze Kierkegaard?”
“Natuurlijk.” Hij schuift de bril hoger op zijn neus. “Maar die andere niet, anders moet ik te veel nadenken. Bij Kierkegaard moet je altijd heel diep nadenken.”
“Lijkt me eerder een voordeel dan een nadeel.”
“Niet als je oud bent. (…)” ’
Dit schrijft Jan Brokken in Blok: de boekhandelaar van mijn vader over zijn vader, Barth en Kierkegaard:
‘Mijn vader las Kierkegaard en Karl Barth tot zijn hersens er pijn van deden.’
Ook de Oosterse bibliotheek van de vader van Jan Brokken en de vader in Het laatste oordeel overlappen.
‘Blok nam ongevraagd nieuwe uitgaven van Indische auteurs mee. Mijn vader verslond H.J. Friedericy (die hij nog uit Makassar kende), Beb Vuyk, Hella Haasse, A. Alberts, Tjalie Robinson, Maria Dermoût en de Oost-Indische Spiegel van Rob Nieuwenhuys.’
En dit stond er in Het laatste oordeel in de kast:
‘Twee uur later beginnen we aan zijn Oosterse bibliotheek. Een Duitstalige uitgave van de Koran uit 1901. Studies over de Islam in Indië. De verzamelde geschriften van Snouck Hurgronje. Conrad natuurlijk. Couperus. Kipling. Multatuli, Du Perron. De gedichten van Terborgh. Het verboden rijk. De brieven van Walraven. Maar ook Een reis onder de Toradja’s van Sa’dan en Marmasa. Stadsgidsen van Batavia en Makassar. Paatje Daum. Bep Vuyk. Vicki Baum. Székely-Lulofs. H.J. Friedericy…
“Die wil jij zeker hebben.”
De Oost-Indische Spiegel van Rob Nieuwenhuys. (…)’
Nu weet ik niet alleen waar de vader van Jan Brokken zijn boeken, maar ook waar zijn zoon de literaire mosterd haalde.
Op 12 juni wordt in de Rode Hoed de 65e verjaardag van Jan Brokken gevierd. Meer informatie over Het verjaardagsfeest staat hier.
Leave a Reply