Als het volgend jaar honderd jaar geleden is dat Leo Vroman er geboren werd, wordt in Gouda op 10 april een beeld onthuld. Jeroen Henneman mag het maken. Hoewel Henneman nog niet precies weet wat hij gaat doen, hoopt hij dat hij Leo Vroman aan het praten krijgt. Daarom zullen zijn handen een prominente rol spelen, want dat is Jeroen Henneman opgevallen: als Leo Vroman praatte, praatte hij (ook) met zijn handen.
Hij weet ook al welke regel uit het werk van Leo Vroman leidend zal zijn: ‘zal eindelijk, nog onuitgepraat / en helemaal onuitgesproken / slapen met een arm uitgestoken / naar diegene die al lang niet meer bestaat’,
dat is de laatste strofe van het gedicht De ander:
De ander zal huilen in de lege
schoenen en ze wat bewegen
de kuil in het andere kussen zoenen
zolang die daar nog is te voelen
maar geen vaarwel bedoelen,
zal nog een hele tijd
knechten en kinderen moeten zeggen
welke koud geworden kleren
met hun menselijkheden kwijt
weg te smijten, weer en meer en
hartverscheurend klemtoon leggen
op de volgroeide eenzaamheid,
zal later, als de scherpe hoeken
van verlies zijn rond gesleten,
in onze nagebleven boeken
duimelen en hun doel vergeten
en niet meer zoeken,
zal eindelijk, nog onuitgepraat
en helemaal onuitgesproken
slapen met een arm uitgestoken
naar diegene die al lang niet meer bestaat.
En het wordt een lijnportret. Dat weet Jeroen Henneman ook al.
Hij vertelde het vanmorgen in De taalstaat.
Leave a Reply