‘Je rijdt gaarne auto,
Je speelt heel graag tennis
Je bent graag in de zomer aan zee!
Ook ken je de wilde tennismeester Tilde
En speelt onvermoeibaar steeds mee’
Zo begint het lied Dans je ook zoo graag als ik? dat ik vond dankzij het project Dutch Songs On Line waardoor sinds vorige week 50.000 liederen digitaal beschikbaar zijn. Dat is nog maar een klein deel van de liedjes die in de loop der jaren door het Meertens Instituut verzameld zijn. Wie Het Bureau van J.J. Voskuil heeft gelezen weet daar alles van. Het was Jaring Elshout – althans dat was de naam die Voskuil hem gaf. Hij heette in werkelijkheid anders, maar net als voor veel van zijn personages/collega’s vond Voskuil een naam die sporen van de oorspronkelijke in zich draagt – die daar als hoofd van het muziekarchief verantwoordelijk voor was.
Dans jij ook zoo graag als ik? Stond rond 1933 in de LIEDEREN-COURANT: ‘Deze courant wordt steeds met de nieuwste liederen aangevuld’.
Aanvankelijk dacht ik dat ‘wilde tennismeester Tilde’ zomaar een naam was om de graagte van het tennissen te onderstrepen. Ik kon Tilde namelijk niet vinden. Tilden wel. En die blijkt de tekstschrijver te bedoelen. Dat vermoeden tenminste degenen die trefwoorden aan de liedjes toekennen.
Tilden is Bill Tilden en ik zal het maar eerlijk bekennen: ik had nog nooit van Bill Tilden gehoord. Terwijl hij toch tien Grand Slam-titels won (zes keer op rij won hij de U.S. Open: van 1920 tot 1925) en hij voor tennis was wat Babe Ruth voor het honkbal was.
Of Bill Tilden een wilde jongen was, zoals de zinsnede ‘wilde tennismeester Tilde wil doen geloven, weet ik niet. Uit wat ik over hem las, kwam een man naar voren die met overtuiging speelde en nooit om een antwoord verlegen zat: ‘Tilden was known for his style, grace, and commanding manner, as well as for his cannonball serve, which was once clocked at 151 miles per hour. In addition to his grace and power, he was also famous for his cerebral approach to the game. Unlike many other sports champions, who can’t explain how they do what they do or why they excel, Tilden loved to think and write about the physical, emotional, and mental traits of a champion. According to Shanley, Tilden wrote: “The game is a science and an art. It can reach its highest expression only if a player is willing to study and practice in an attempt to master the game in all its varied facets.” ’
Zijn statistieken zijn overigens ook heel goed, ook op Wimbledon. ‘Big Bill’ overklast wat dat betreft Björn Borg, Rafaël Nadal, Roger Federer, Pete Sampras, Jimmy Connors en John McEnroe, om maar een paar namen te noemen.
‘Je leest altijd weer graag Courths Mahler’, dat is de volgende zin in dat lied. Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik weet wie Courths Mahler is. In de boeken van Hedwig Courths Mahler zuchten vrouwen diep en troosteloos, heb ik me laten vertellen. Niet te vergelijken met zoals vrouwen zuchten op een tennisbaan. Denk ik. Want nogmaals. Ik ken Hedwig Courths Mahler alleen van naam. Gelezen heb ik haar niet.
Leave a Reply