Er was een tijd dat ik nog niet de behoefte voelde om de boeken die ik las te bezitten. Zelfs als ik een boek goed vond, vond ik het geen probleem om het daarna gewoon terug te brengen naar de bibliotheek. Later veranderde dat en daarom was ik blij dat ik Het kasteel Argol van Julien Gracq decennia nadat ik het las en er een scriptie over schreef alsnog op de kop tikte.
Ik schreef die scriptie toen ik voor bibliothecaris leerde. Ik hoefde maar één boek te lezen voor Franse letterkunde en kon kiezen uit een aantal door de docente aanbevolen titels. Ik koos voor Het kasteel Argol vanwege het mysterie dat het boek beloofde te zijn. Ik las het grotendeels op eigen kracht, de enige secundaire literatuur die ik gebruikte was Het moderne avontuur is de afwezigheid van Avontuur, een interview met de schrijver door Jan Siebelink (opgenomen in De reptielse geest: over schrijvers.Ook dat boek kocht ik lang nadat ik het nodig had).
Dat Het kasteel Argol grotendeels een mysterie bleef, daar kan ik na het lezen van wat ik er toen over schreef niet omheen.
Ik was een gewaarschuwd mens. Het was Julien Gracq zelf die mij – zijn lezer – in het voorwoord waarschuwt. Toen koos ik dit citaat: ‘Het spreekt vanzelf dat het al te naïef zou zijn de voorwerpen, handelingen of omstandigheden die op bepaalde kruispunten in dit boek als steeds weer onheilspellende wegwijzers lijken op te rijzen, vanuit symbolisch oogpunt te beschouwen. Immers, een symbolische uitleg is – in het algemeen – een zo lachwekkende verschraling van de overweldigende veelheid van toevalligheden die besloten ligt in het werkelijke of denkbeeldige leven (…).’
Nu zou ik waarschijnlijk dit gekozen hebben: ‘Wat het zwaar geschut betreft dat in dit verhaal hier en daar in stelling wordt gebracht om de altijd lastig te hanteren drijfveren van angst in beweging te brengen, is er veel zorg aan besteed dat dit de lezer vooral niet nieuw of onbekend zou voorkomen, opdat het al vanuit de verte als alarmsignaal zou kunnen fungeren. Het leek van een bijzonder slechte smaak te getuigen om geen gebruik te maken van het nog altijd boeiende repertoire van bouwvallige kastelen, geluiden, lichtschijnsels, spoken in de nacht en dromen, dat ons vooral bekoort omdat wij er zo vertrouwd mee zijn, en dat ons gevoel van onbehagen de onontbeerlijke intensiteit verleent door van te voren te waarschuwen dat er gebeefd gaat worden’, en de nadruk gelegd hebben op het literaire verschijnsel intertekstualiteit. Een onderwerp dat me in de loop der jaren steeds meer is gaan fascineren.
Had ik me maar wat meer gelegen laten liggen aan Jan Siebelink in De reptielse geest (het interview met Julien Gracq staat ook in Conversaties) over het boek schrijft: ‘Het is wel het type roman waarvan de ingewijde lezer bij iedere zin glimlacht, omdat ze zwaar is van verwijzingen naar de literaire traditie, niet om deze te parodiëren maar om deze te verheerlijken: literaire conventie die nadrukkelijk als literaire conventie wordt gepresenteerd. Het kasteel Argol is gekunsteld, morsdood en intrigerend. Niet de raadsels zelf, maar de contouren van de raadsels worden scherper. Literatuur speelt met de mythen van de literatuur.’
De meest gedurfde bewering die ik toen deed was dat ik het waagde te betwijfelen of er wel sprake was van drie hoofdpersonen. ‘Albert en Herminien waren voor mij gevoel één persoon, waarvan steeds een andere zijde wordt belicht.’ Maar ik vond in de secundaire literatuur toen geen aanwijzingen dat ik het bij het rechte eind zou kunnen hebben. Op mezelf aangewezen verdwaalde ik vervolgens toen ik mijn hypothese met feiten en aanwijzingen wil onderbouwen in het gedachtegoed van Hegel – met name in zijn ideeën over het in ere herstellen van ‘de eenheid van de hele mens’, die in Het kasteel Argol een belangrijke rol spelen.
(Misschien dat ik me nu minder snel uit het veld zou laten slaan. Toen ik dit stuk aan het voorbereiden was en zocht naar wat er zowel digitaal verkrijgbaar is over Het kasteel Argol vond ik een stuk uit De Revisor waarin Frans A. Janssen op een mogelijk vertaalfout wijst waardoor mogelijkerwijs het dubbelgangersmotief onderbelicht gebleven is. Een nummer later stond er in De Revisor een reactie van vertaalster Greetje van den Bergh waarin ze Frans A. Janssen van repliek dient.)
Ik deed er toen alles aan om grip te krijgen op Het kasteel Argol en het boekte doorgronden. In de hoop een diepere laag in Het kasteel Argol te ontdekken, zette ik alle cursief gedrukte worden op een rij. Het kon volgens mij niet anders of in die woorden zat ofwel een ander verhaal ofwel de sleutel tot Het kasteel Argol verborgen:
Voorwoord
verlosser – Parsifal – demonische versie – iedereen in handen geven – krachtige omstandigheden – zwakke omstandigheden – gaat – The Mysteries of Udopho – The Castle of Otranto – The House of Usher
Argol
achter – bezinken – totale – abstracte – Argol – voor geen enkel voertuig begaanbaar – steeds recht boven het hoofd – hoogte – verdieping – beschikbaarheid – hoog – vertolkt – moest – zijn eerste woord nog niet gesproken had – wind – is gebeurd
De begraafplaats
Vakantiedagen – Logik – voorbeelden – de hand die de wond toebrengt , is ook degene die haar geneest – romantische – explosieve – de menselijke condensator – konden zien – zij durfden het elkaar niet te zeggen – eenwording – hun deel – een man of een vrouw – leegte – Zijn – Leven
Heide
bezocht moest worden – kwaliteit – graad – belachelijk – Lohengrin – uniek – kennis – uitzonderlijke – uit te spreken – herkenning – innerlijke – tegenlicht – Er was iets veranderd – nacht – drie slagen – kan – het gebeurde – innerlijkheid – schamelheid – moest – onherstelbaar – niet kunnen weten
Herminien
openingsscène – willekeur – hem in de gelegenheid stelde haar voor het eerst te zien – volheid – onbekende – geheim – ironie – koketterie – verzweeg – in verlegenheid te brengen – terugnemingen – schamelheid – buiten kon – opvoeren
De zee
scheiding der elementen – horizontaalheid – verticaalheid – het was als liep zij op het water – de open zee – wegstroomde – niet meer – de terugweg was afgesneden – de kracht niet meer hebben – tot bezinning – persoonlijkheid – durfden ze niets te zeggen
Kapel der diepten
aan te passen – nacht – stuk van overtuiging – negatief van de nacht – werkelijke – omgekeerd – steeg op – neiging – onder – tien slagen van een torenklok – getal – gericht – precies – mond – neergelaten – zinnebeeldig – vervreemding – ronddraaien in het niets – van buiten naar binnen – onweer – poging – invalshoek – prisma met volledige terugkaatsing – extase – uitdijend – lied van de broederschap
Het woud
helderziendheid – dagen van het einde – secundaire – snelheidsvermindering – gevaar – figuur – aftastte – eenzaamheid – objectief – onbescheidenheid – één – kon hij zich niet vergissen – maar hij wist het reeds
De laan
medeleven – object – momentopname – steen des aanstoots – aan de overzijde – bewustzijn – tijdens de slaap – zijn – zijn – wegkwijnen – wachten – doop – omvang – herleiding tot het ongerijmde – gebruik – voorwerp – konden – strakke – buitensporigheid – agorafobie – richting – beginnen – doodliep – weg – onschendbaarheid – hoogspanningskabels – van binnen uit – vertrouwen – schijnbare elegantie – volkomen gelijk – onbetamelijke – noodzakelijkheid – plaats van samenkomst – defensieve – door dit lege zadel – waker – wisten – ter dood veroordeeld was – vastberadenheid – verbinding staande – inwendig – saaiheid – zich vrijelijk – bewogen – twee rechten in de ruimte – ontspanning – evenwijdigheid – Herminien’s hals – rechten – onbeduidendheid
De kamer
af te wachten – geheim – vernietigen – zeelucht – serene – bewijsstuk – genade – kon – hiërarchie – Amfortas’ – zijn cyclus
De dood
angst – kon niet meer – weten – ledigheid – over de hele breedte neerhingen – onbeschaamdheid – angst – nooit meer – tijd – nacht – andere – aangegeven – feest – beslissing – tegenspoed – gezond verstand – onverschillige – grote afscheid – onbekenbare – zijn verdoemde ziel – de stappen
Helaas. ‘Wel ontdekte ik dat de cursief gedrukte woorden in het voorwoord precies het tegenovergestelde zeggen van wat Gracq in het voorwoord beweert. Woorden kunnen dus inderdaad als ze buiten de samenhang geplaatst gebruikt worden iets heel anders betekenen.’ Dat en dat de cursief gedrukte woorden over het algemeen sfeerbepaling zijn en toewerken naar een climax, was eigenlijk alles wat ik er toen over kon zeggen.
(Ik realiseer me dat ik nu net als toen nagelaten heb het verhaal na te vertellen – ‘voor iemand die het boek niet kent, zou een inhoud, hoe summier ook, wel gemakkelijk zijn’, constateerde mijn docente – maar dat is precies het probleem: het verhaal laat zich niet zo eenvoudig navertellen. Ook Siebelink vat in De reptielse geest Het kasteel Argol niet samen, maar begint onmiddellijk te interpreteren: ‘Au Château d’Argol is een raadselachtige roman. Het gedrag van de hoofdpersonen is nooit helemaal duidelijk en de motieven van hun daden worden nooit opgehelderd. Er zijn drie hoofdfiguren: Albert, Herminien, een duivels personage, en een vrouw Heide van wie de graftombe al gereed is. Bepaalde episodes, zoals de gedwongen zwemtocht naar open zee, blijven duister in het geheel van de roman. Gracq duidt het boek zelf als een duivelse versie van Parsifal, de middeleeuwse graalroman waarin hartstochtelijk naar het christelijk heil wordt gezocht. Gracqs boek zou dan een anti-queeste zijn, een zoeken naar het gedoemde heil. (Argol is anagram van graal?)’ )
Nu ik de roman bijna voor niks ergens op de kop tikte, voel ik me verplicht het boek ook te herlezen. Of ik inmiddels genoeg gelezen heb, zal tijdens het herlezen van Het kasteel Argol blijken.
Leave a Reply