Hoewel hij het over het algemeen heel goed kan zien als hij op zijn hoge stoel zit, komt daalt de umpire af en toe af om te kijken of een beslissing correct is. Ik heb het al heel vaak zien gebeuren, dat bijna rituele afdalen.
Philippe Delerm heeft in Ze kennen de film – een van de column in De dribbels van Zidane en andere sportieve hoogtepunten – opgeschreven hoe dat gaat:
‘Zodra hij de grond raakt, loopt hij op een drafje naar de plaats van het geschil, en ook daarin toont hij weer een subtiele zelfbeheersing: snel genoeg om blijk te geven van zijn verantwoordelijkheidsgevoel, zijn zekerheid; langzaam genoeg om niet de indruk te wekken dat hij toegeeft aan de druk van de massa of de woede van de zich bestolen wanende speler, die vastbesloten op hem wacht.
Dan wordt het scenario pas echt smakelijk, want men heeft reeds geraden waar het om zal gaan. De scheidsrechter houdt zijn drafje vol. Met één hand knoopt hij zijn blazer dicht, met de andere wijst hij met dreigende vinger het spoor van de inslag aan, en dan maakt zijn hand een bevrijdend gebaar om aan te geven dat de bal wel degelijk in was. De reclamant, die vlak naast hem staat, wil daar niets van weten. Met de steel van zijn racket wijst hij een ander spoor aan, waar hij een kring omheen maakt die wijd genoeg is om niet het risico te lopen deze uit te wissen. De scheidsrechter was alweer op de weg terug naar zijn hoge zitplaats, met hetzelfde schijnbaar kalme drafje.
Maar hij kan niet doen alsof hij niets hoort van het min of meer anglofone getier van de speler, die niet alleen woedend is over de onrechtvaardigheid van deze arbitrale beslissing, maar ook gekwetst door de aarzelende aanzet tot een dialoog die maar niet op gang heeft willen komen.
Dan draait de scheidsrechter zich om. Amper een paar tellen kijken ze elkaar aan, en je kent de uitslag van die zinloze confrontatie al. De opperrechter zal zijn beslissing bevestigen met een hoofdknikje dat als zeer kalm bedoeld is. Dan keert hij hem de rug toe, loopt weer door, beklimt de treden van zijn zetel, wiegelt een beetje en neemt andermaal zijn plek in.’
Zo gaat dat inderdaad. Als de umpire weer zit, neemt het mokken noodgedwongen af en gaat men op de baan weer over tot de orde van de wedstrijd.
Leave a Reply