De schilder Giorgio Morandi leidde het teruggetrokken bestaan van een thuisblijver. De noodzaak om de stad waar hij geboren werd langdurig te verlaten voelde hij niet. De keren dat hij dringende bezigheden buiten Bologna had, zijn bij wijze van spreken op de vingers van één hand te tellen, als je buiten beschouwing laat dat hij een boerenwoning bezat in Grizzana waar hij de zomers – en tegen het einde van zijn leven ook de weekenden – doorbracht met zijn moeder en zijn zusters.
‘Ik begrijp Morandi’, zo begint Jan Brokken De stad van Morandi en hij zal dat nog een aantal keer herhalen. ‘Ook dat begrijp ik’, ‘Ja, zo iemand begrijp ik’ en ‘Ja, ik begrijp hem.’ De laatste keer laat Jan Brokken dat volgen door: ‘Maar ik had niet als Morandi willen zijn.’
Toch waardeerde Jan Brokken het honkvaste bestaan dat Giorgio Morandi leidde: ‘Waarom ik, de reiziger, de zwerver, de eeuwig rusteloze, dat waardeer? (…) Het ene uiterste in jezelf verlangt dikwijls naar het andere.’
Giorgio Morandi leefde teruggetrokken en schilderde verstild leven in bezonken kleuren. Als hij het huis op de heuvel in Grizzana schilderde (en dat deed hij veelvuldig, volgens Jan Brokken ‘even vaak als Cézanne de Mont Sainte-Victoire. Hij had het grootste ontzag voor Cézanne’), liet hij de kleuren een beetje vieren (maar wolken weerde hij).
Schilderen is een alibi voor deze man die zich als mens geen houding wist te geven (en zijn schilderijen waren plaatsen waar hij kon schuilen), die indruk krijg ik naarmate er meer lijn in het portret van Morandi komt.
Hoewel hij twee keer in zijn leven een statement maakte – de eerste keer toen hij te kennen gaf dat hij naar de kunstacademie wilde. De tweede keer toen hij steun betuigde aan een politieke beweging – liep Giorgio Morandi doorgaans niet met zijn opvattingen, inzichten en gewoonten te koop. Hij leefde ze.
Als schilder keek hij kritisch naar wat hij maakte en aarzelde niet om wat niet goed genoeg te vernietigen (dat deed hij met minstens twee zelfportretten). ‘Morandi hoopte twee schilderijen na te laten waarover hij volledig tevreden was. Twee kleine stillevens die een heel leven van kijken, dromen, mijmeren, diep nadenken en geduldig werken zouden rechtvaardigen. Hij schilderde in totaal meer dan zeshonderd doeken. Maar toen hij in de zeventig was en zijn zicht snel verslechterde en vertroebelde, was hij er niet zeker van dat tussen die zeshonderd afgeleverde werken de twee schilderen zaten waarover hij kon zegen: die zijn volmaakt.’
Het is dan dat Jan Brokken schrijft: ‘Ja, ik begrijp hem. Maar ik had niet als Morandi willen zijn.’ (Ik denk dat ik begrijp waarom Jan Brokken Giorgio Morandi begrijpt: het zijn beide toegewijde werkers.)
De stad van Morandi gaat over Giorgio Morandi en Bologna, maar ook over Jan Brokken. In Bologna gaat hij Morandi’s gangen en gedachten na door nu eens in te zoomen op de stad en dan weer op de schilder (zoals Morandi soms ‘negatieve’ stillevens maakte waarop de flessen zichtbaar worden dankzij de achtergrond).
Jan Brokken moest naar de stad van Morandi om te ondervinden dat Bologna precies de stad was die Morandi nodig had en om vast te stellen dat de geest van Morandi verdreven is uit zijn gerenoveerde woonhuis en nagebouwde atelier.
Maar ondertussen gaat Jan Brokken in Bologna ook zijn eigen gang. Hij eet buitenshuis. Komt op plekken waar Morandi waarschijnlijk nooit van zijn leven geweest is. Laat zich leiden door wat op zijn pad komt – een film in de openlucht vertoond: Roma, città aperta, ‘Nooit was de dood op een filmdoek aangrijpender’, een inzingende mezzosopraan (waarna hij zich afvraagt van welke muziek Morandi hield) – en integreert het toevallige vervolgens in zijn verhaal.
In De stad van Morandi komt wat Jan Brokken al over Morandi wist; waar hij naar op zoek was, wat op zijn pad kwam samen met wat hij vindt en (aan)voelt. Dat levert een reis- en verblijfverhaal in zestien luiken op waarin Jan Brokken steeds vanuit een andere invalshoek, soms via omwegen, steeds dichter bij de schilder komt. Die vorm geeft Jan Brokken de mogelijkheid om per onderwerp te variëren van toon, toets en tempo. Het portret dat tevoorschijn komt is dat van een thuisblijver, impressionistisch van aard en trefzeker geschreven.
De stad van Morandi van Jan Brokken is verschenen in De Slibreeks van het CBK Zeeland.
Leave a Reply