Ik weet niet of het u opgevallen is, maar er deden nogal wat schrijvers mee dit WK. Niet dat ik er een studie van gemaakt heb, het viel me gewoon op. Brazilië selecteerde Dante, Costa Rica stelde Borges op en het doel van Griekenland werd verdedigd door Karnezis.
Natuurlijk niet dé Dante (Alighieri), dé Borges (Jorge Luis) en dé Karnezis (Panos), maar Bonfim Costa Dante, Celso Borges en Orestis Karnezis.
Bij mijn weten werd er ten tijde van Dante Alighiere nog niet gevoetbald, het blijft dus speculeren waar hij voetballers, coaches en hun aanhang in zijn Goddelijke komedie zou hebben opgesteld. Hel, louteringsberg en hemel, die opties had hij.
Jorge Luis Borges heb ik op een stevige uitspraak kunnen betrappen: ‘El fútbol es popular porque la estupidez es popular’ (estupidez is domheid).
Ik dacht dat ik op Panos Karnezis kon rekenen. In Kleine schandelen portretteert hij een Grieks dorp. Ik vermoedde dat er op het dorpsplein of anders ergens achteraf wel gevoetbald zou worden. Verkeerd gedacht: voetbal is voor Grieken een veel te onschuldig tijdverdrijf.
Helemaal voetbalvrij is Kleine schandalen niet, maar de enige voetbal die ik tegenkwam, was lek:
‘De schaduw van de wachttoren verschoof en de zon scheen weer in het kantoor. Hij verlichtte het stof dat op het bureaus, de stoelen en de archiefkasten lag. Onder het meubilair lagen oude kranten en vallen met muffe kaas die de muizen nooit aanraakten. Van buiten kwam wat lawaai: de lunch was voorbij en de gevangenen stonden op de binnenplaats in groepjes van twee of drie te lummelen of tegen een leeggelopen voetbal te trappen. Met zijn rug naar hen toe stond de schildwacht op de toren te roken. In het kantoor dacht de sergeant aan de dag dat hij de strafinrichting zou verlaten, als een gijzelaar die nadenkt over het moment van zijn vrijlating.’
Misschien verklaart dat waarom de Grieken voetballen zoals ze voetballen.
Leave a Reply