Eén van de boeken waardoor het schrijven van Robert Vuijsje is beïnvloed, is Bright Lights, Big City (1984) van Jay McInerney. Robert Vuijsje las het drie jaar nadat het verscheen, toen hij zelf een jaar of zeventien was: oud genoeg grote mensen-boeken te lezen en te begrijpen. Dat vertelde hij in Met het oog op morgen dat gisteren startte met de serie Schrijvers over Schrijvers.
In de eerste zin van Bright Lights, Big City – ‘You are not the kind of guy who would be at a place like this at this time of the morning’ – zit al veel van wat Robert Vuijsje goed vindt aan het boek. De zin suggereert spanning en doet vermoeden dat het personage zelf wel weet dat hij fout zit.
Robert Vuijsje wil wat Jay McInerney doet: op een toegankelijke en spannende manier schrijven over belangrijke dingen. Verhalen over een opwindende wereld op een manier dat iedereen het zou moeten kunnen lezen.
De keuze voor de tweede persoon enkelvoud zou Robert Vuijsje op enig moment in zijn carrière ook maken: toen hij een column kreeg in Het Parool. Deze manier van vertellen was voor de krant uiteindelijk reden om Robert Vuijsje te bedanken voor de gedane moeite.
Jay McInerney maakte deel uit van een generatie jonge Amerikaanse schrijvers. Ik las hem ook. En David Leavitt, en Brett Easton Ellis, en Douglas Coupland, en Tama Janowitz, en Donna Tartt. Leden van de Brat Pack, die naarmate hun levens vorderden literair steeds minder gemeen hadden. Naarmate mijn leven vorderde, verdween mijn behoefte om te lezen over mensen die lege levens leiden.
Later pakte ik de draad weer op. Het laatste boek dat ik van Jay McInerney las was The Good Life (2006). Het is net als Extremely loud and incredibly close (2005) van Jonathan Safran Foer geschreven tegen de achtergrond van 9/11.
Het gesprek met Robert Vuijsje in Met het oog op morgen begint op 42.55.
Leave a Reply