‘Ooit miste ik een vliegtuig door Mark Rothko.’
Zo begint Peter Delpeut zijn essay In de afgrond: Mark Rothko, opgenomen in de bundel Pleidooi voor het treuzelen: over verbeelding en andere genoegens. Peter Delpeut beschrijft hoe hij tijdens een eendaags verblijf in Londen een vriend met wie hij samen een film gaat maken over de western en het Amerikaanse landschap per se de Seagram murals wil laten zien.
‘Ik had de Rothko Room stilzwijgend in het researchdagje Londen ingepland, als een verrassing, iets intiems dat ik met mijn vriend wilde delen. Als je samen een film gaat maken, moet je je bloot durven geven. Ook nadat de ochtendvlucht met een fikse vertraging Londen had bereikt, zette ik het niet uit mijn hoofd. Nadenken over het Amerikaanse landschap kon volgens mij niet zonder de ervaring van de Seagram murals. Voor een van de donkerrode Rothko’s staan had iets van de Grand Canyon in kijken, verwondering en angst gingen daarin samen. Dat zou – zo had ik het bedacht – het slotakkoord van onze welbestede dag in Londen moeten zijn.’
Waar Peter Delpeut geen rekening mee heeft gehouden is dat de Seagram murals niet langer in de Tate Gallery maar in Tate Modern hangen.
Het kost te veel tijd om de andere oever van de Thames te bereiken. Maar desastreuzer is het dat de Seagram murals er in Tate Modern heel anders bij hangen.
‘Mijn schrik kon niet groter zijn. Alle schilderijen hingen er, maar in een ambiance waarin alles te veel was: het licht te veel gedempt, de muren een tint te grijs, de doeken net iets te ver van elkaar gehangen.’
In de afgrond: Mark Rothko gaat niet alleen over wat Peter Delpeut met het werk van Mark Rothko heeft, maar ook of misschien wel vooral over de invloed van de manier van exposeren op de beleving van het werk van Rothko.
Na de Londense teleurstelling probeert Peter Delpeut het in Hamburg opnieuw. Daar gaat hij kijken naar een chronologisch geordende overzichtstentoonstelling, die begint met figuratief werk. Peter Delpeut vreest het ergste, maar gaandeweg geeft hij zich gewonnen. In Hamburg hebben ze het volgens Peter Delpeut heel goed begrepen.
‘Je passeert de ene stemming na de andere, en laat je die allemaal toe, dan is het bezoek aan de tentoonstelling een uitputtingsslag. Rothko maakt ervaringskunst. Je hebt er niets aan om ze in een catalogus of op internet te bekijken. Je moet zien dat ze geschilderd zijn, bedachtzaam en precies. Vooral in de overgangsgebieden valt op hoe Rothko de grotere vlakken als een figuratief schilder bij elkaar brengt, of ze juist van elkaar scheidt. Niet door een lijn te trekken, een streep te zetten, maar door heel zorgvuldig penseelstreek na penseelstreek deze scheidingen op te bouwen. (…) geen centimeter is vanzelfsprekend, de pulserende kleuren hebben zich uitgestrekt over verborgen kleuren, die er bij nadere beschouwing zacht doorheen gloren. Spreken over kleurvlakken is eigenlijk een misverstand. Alles komt tot stand door de korte toets van het penseel, de streek, de beweging van boven naar beneden, van links naar rechts.’
Om dat zo te zien, en om er in te verdrinken of er door naar beneden getrokken te worden, moet je het werk van Mark Rothko van heel dichtbij bekijken. Van zo dichtbij dat musea er zenuwachtig van worden.
Vanaf vandaag is in Gemeentemuseum Den Haag een overzichtstentoonstelling te zien van het werk van Mark Rothko. Eigenlijk ben ik wel benieuwd of Peter Delpeut tevreden is over de manier waar het werk daar hangt.
Leave a Reply