Ze zijn nogal eens van naam veranderd. De personages in het stuk dat Dimitri Verhulst in 2005 schreef voor de voorstelling Aalst – De aankomst in de bleke morgen op dat bleke plein. Vanessa en Ben heetten ze, en Kathy en Kurt. En nu heten ze Sarah (Smeekens) en Stefaan (Cools). Want een tekst die verdacht veel lijkt op die van toen (De aankomst in de bleke morgen) vormt met Kaddisj voor een kut een tweeluik in Kaddisj voor een kut. Een tweeluik dat nooit als tweeluik gepresenteerd is, maar als de nieuwe roman van Dimitri Verhulst.
De aankomst in de bleke morgen
Aalst en De aankomst in de bleke morgen op dat bleke plein gaan over een vader en een moeder die in een hotelkamer hun twee kinderen vermoordden. Een waargebeurd familiedrama dat plaatsvond in Aalst in 1999. De voorstelling valt niet samen met de tekst van Verhulst. Pol Heyvaert gebruikte naast de tekst van Verhulst ook ander materiaal (wat er in de rechtbank gezegd werd, en een Franse documentaire die over de zaak gemaakt werd).
De voorstelling werd goed ontvangen en ging de wereld over. In 2007 nam het National Theatre of Scotland Aalst op het repertoire – Pol Heyvaert regisseerde het ook toen (toen heetten de personages Cathy en Michael Delaney) – en opnieuw werd het stuk geprezen vanwege de doeltreffende enscenering van een complexe thematiek. Er is namelijk steeds een derde in het spel. Naast Vanessa/Kathy/Cathy/Sarah en Ben/Kurt/Michael/Stefaan is er ook nog de stem. De stem die duidt en er wat van vindt.
In de voorstelling van het National Theatre of Scotland is Gary Lewis die stem:
Dimitri Verhulst: tekstleverancier
De tekst die Dimitri Verhulst schreef, maakte dertig procent uit van de voorstelling. In een interview op de site van het National Theatre of Scotland vertelt Pol Heyvaert over de samenwerking met Dimitri Verhulst die net als de moeder die in het stuk Vanessa/Kathy/Sarah/Cathy heet, ook uit Aalst komt, min of meer dezelfde achtergrond heeft, dezelfde school bezocht en in vergelijkbaar internaat zat.
Dimitri Verhulst was ‘a provider of texts’. Hij leverde tekst op bestelling, maar ook op eigen initiatief, maar steeds baseerde hij zich op de rechtszaak, al gaat zijn tekst verder dan wat er daar gezegd werd. Dimitri Verhulst laat de vader en de moeder in zijn tekst ook dingen zeggen die ze voor de rechtbank hadden kunnen verklaren, maar niet deden.
Eigenlijk moet je dit wel weten om te begrijpen waarom De aankomst in de bleke morgen samen met Kaddisj voor een kut één geheel vormt. Ik wist het niet. In het boek vond ik geen enkele aanwijzing. Pas na het researchen viel de tekst op de achterflap op zijn plek. Is ook volstrekt duidelijk waarom Dimitri Verhulst in Kaddisj voor een kut voor ‘jij’ en ‘jullie’ kiest, en ‘De Neus’ kan doen of hij er niet meer bijhoort, zonder zijn afkomst helemaal te verloochenen.
Dat Dimitri Verhulst na De helaasheid der dingen nog een keer terugkomt op zijn niet vlekkeloze jeugd heeft volgens die achterflap twee redenen: Verhulst zag een voormalig lotgenote van een brug springen en las in de krant over ‘soortgenoten’ – de man en de vrouw die hun kinderen vermoordden – die schijnbaar niet wisten hoe zij in familieverband moesten samenleven.
Kaddisj voor een kut
In Kaddisj voor een kut bezoekt ‘De Neus’, voormalig bewoner van Home Zonnekind, de begrafenis van Gianna, een van zijn voormalige medebewoners. Hij, ondanks zijn achtergrond inmiddels geslaagd in het leven, laat tijdens de katholieke kerkdienst zijn gedachten afdwalen naar toen en levert commentaar, op de orde van dienst door het verzoenende en versluierende van de rituelen te ridiculiseren en op het beleid in het tehuis dat niet voorzag in de behoeften van haar bewoners. Dat niet in staat was patronen te doorbreken.
Dat vindt ‘De Neus’, en ik vermoed dat Dimitri Verhulst er niet wezenlijk anders over denkt, als ik de interviews die ik gezien, gehoord en gelezen heb voor de geest haal. Of Kaddisj voor een kut het beste is dat Dimitri Verhulst geschreven heeft weet ik niet, maar Kaddisj voor een kut is wel heel erg Verhulst: rauw met een relativerend randje. En minder provocerend dan sommigen menen te moeten constateren op basis van hoe hij de dingen pleegt te zeggen. Bij Dimitri Verhulst gaat het altijd over intermenselijke relaties die tot mislukken gedoemd lijken.
Ik kan me voorstellen dat de allitererende titel menigeen tegen de borst stuit (net zoals de titel Godverdomse dagen op een godverdomse bol dat deed), maar kaddisj voor een kut is vooral liefdevol bedoeld. Het is een eerbetoon aan een meisje dat voor velen niet meer is dan lichaam waar je gebruik van mag maken.
Een geheel
Aanvankelijk dacht ik dat Stefaan de verbindende schakel tussen Kaddisj voor een kut en De aankomst in de bleke morgen. In Kaddisj voor een kut komt een Stefaan voor.
‘Of het touw sterk genoeg was om jouw gewicht te dragen wist je niet, nog niet, het moest eerst worden getest, en je bent op zoek gegaan naar een lichter proefkonijn. Stefaan was ideaal, hooguit vijftig kilo verdriet, macho en heftig puberend tot je ‘r de muren van op liep. Het verrichten van heldendaden paste uitstekend in zijn kraam, zijn plaats in de pikorde van het tehuis zou ermee gevoelig stijgen.’
Ik dacht dat Dimitri Verhulst met die naam duidelijk wilde maken dat van het een, het ander kan komen. Dat er geen ontkomen is aan een in de knop gebroken jeugd.
(Toen wist ik nog niets van die oorspronkelijke tekst waarin Stefaan Ben, Kurt en Michael heet en dat het Vanessa/Kathy/Cathy/Sarah is met wie Verhulst een verleden deelt.)
Maar feitelijk steekt Dimitri Verhulst ondanks de realiteitszin van zijn proza de draak met het hineininterpretieren en psychologiseren dat in de zorg gebruikelijk is.
Stefaan en Sarah – laat ik het in laatste instantie op die namen houden – doorbreken een patroon. Zij behoeden hun kinderen voor een toekomst die teveel op hun eigen verleden lijkt.
Eigenlijk zou ik nu het rechtbankverslag moeten zoeken om te controleren of de vader en de moeder dit daadwerkelijk aanvoerden als motivatie voor hun daad. Maar liever houd ik de optie open dat hier sprake is van dichterlijke vrijheid. Dat Dimitri Verhulst hier doet wat hij volgens Pol Heyvaert pleegde te doen: verklaren wat de vader en de moeder in de rechtbank hadden kunnen aanvoeren.
Het is niet louter een naam die de ene tekst met de andere verbindt. Kaddisj voor een kut en De aankomst in de bleke morgen vertonen behalve thematische ook compositorische overeenkomsten. Het is het commentaar op het systeem dat maakt dat ze bij elkaar horen en de wijze waarop Verhulst dat commentaar literair vorm geeft.
(Maar dat laat onverlet dat de uitgever wel iets nadrukkelijker had kunnen aangeven dat Kaddisj voor een kut uit twee delen bestaan.)
Herzien?
Rest nog een vraag. Herschreef Dimitri Verhulst De aankomst in de bleke morgen op dat bleke plein of nam hij de tekst van toen ongewijzigd over. Dat heb ik niet kunnen nagaan. Ik heb die tekst van toen niet, en moet afgaan op wat ik op internet over Aalst – De aankomst in de bleke morgen op dat bleke plein vind.
De tekst is niet volledig identiek. Dit komt uit de oorspronkelijke versie:
BEN: Het is een schone kamer.
VANESSA: En dat voor 2.900 frank per nacht, ontbijt inbegrepen. Dat is geen geld.
BEN: Kleine, doe uw kleren uit en leg u in uw bedje. Ge zijt al een grote jongen, ge kunt dat ondertussen allemaal al zelf.
VANESSA: Hoe is het zicht?
BEN: Prachtig. Prachtig. Beneden lopen allemaal onnozelaars zich te haasten naar hun trein. Over zoveel minuten en zoveel seconden exact moeten ze in Brussel zijn waar ze met een rechtgetrokken cravatte getallen tikken in een computer. Ik ruik hun maagzweren tot hier.
en zo staat het er nu (het is het begin van de tweede scène):
STEFAAN: Het was een deftige kamer.
SARAH: En dat voor 2900 frank per nacht, ontbijt inbegrepen. Dat was werkelijk geen geld.
STEFAAN: Ik vroeg onze Dominique om zijn pyjama aan te trekken en in bed te kruipen. Hij was al een grote jongen, hij kon die dingen ondertussen al helemaal zelf.
SARAH: Je vroeg dat niet, je beval het hem. En je stond met je rug naar hem, door het raam te kijken. Dus vroeg ik hoe het uitzicht was.
STEFAAN: Prachtig. Prachtig. A room with a view. Beneden op het stationsplein liepen allemaal onnozelaars zich te haasten naar hun trein. Over zoveel minuten en zoveel seconden exact moesten ze in Brussel zijn, waar ze met een rechtgetrokken das en het bovenste knoopje van hun hem dicht getallen hadden te tikken in een computer. Ik rook hun maagzweren tot in mijn hotelkamer.
Maar of dat herzien of herschrijven is kan ik op basis van het korte stukje tekst (er staat meer dan dit, maar een context wordt niet gegeven) dat ik online vond niet beoordelen. Het schijnt dat de tekst van toen heel zeldzaam is. Jammer. Ik houd er van om teksten in hun verschillende staat van ontwikkeling te lezen.
P. van de Wiel says
Van zijn vorige boeken heb ik genoten, op JC in Brussel na, maar door de geciteerde teksten hierboven zie ik geen enkele reden om dit boek te kopen, of zelfs maar te lenen. D. Verhulst op de weg terug. Jammer