Toen George Clooney begin dit jaar reclame maakte voor zijn film The Monuments Men mengde hij zich zeer tot ongenoegen van de Londense burgemeester Boris Johnson in de discussie over The Elgin Marbles.
Tot mijn grote verbazing las ik net dat mevrouw Clooney – voordat ze trouwde heette ze Amal Alamuddin – naar Athene is gevlogen om de Griekse regering juridische bijstand te verleden in hun streven de beeldhouwwerken die voorheen het Parthenon sierden terug te krijgen.
Of Amal Clooney gaat slagen waar anderen faalden (en of ze dat dan vanwege ‘de stenen’ of ter meerdere ere en glorie van zichzelf doet (zoals gesuggereerd wordt) moet nog blijken. In The Guardian van gisteren lees ik:
‘There are no legal grounds for the return of the marbles,’ averred Harry Tzalas, a historian who first advised Melina Mercouri on the issue. ‘And anyway this is not the right time for Greece to start a legal procedure when the country is in such difficult straits financially and socially,’ he told the Guardian. ‘Alamuddin and Clooney are using this row for their own public relations purposes. Our best line of defence would be to concentrate on the British public which seems to want the marbles back in Greece.’
De meningen van het Britse volk zijn blijkens de reacties onder het artikel verdeeld. Sommige Britten schamen zich, anderen vinden dat Griekenland wel wat anders heeft om zich druk over te maken. En waarom maken ze geen nieuwe als ze zonodig ‘marbles’ willen, ‘marble’ genoeg.
Lang geleden vond tenminste een Brit – niet de minste, hij was net als Elgin een lord – dat er sprake was van plunderen, van het wederrechtelijk toe-eigenen. In de ‘second Canto’ van Childe Harold’s Pilgrimage (1812/1816/1818) formuleert Lord Byron het zo:
‘But who, of all the plunderers of yon Fane
On high – where Pallas lingered, loth to flee
The latest relic of her ancient reign –
The last, the worst, dull spoiler, who was he?
Blush, Caledonia! Such thy son could be!
England! I joy no childe he was of thine:
Thy free-born men should spare what once was free;
Yet they could violate each saddening shrine,
And bear these altars o’er the long-reluctant brine.’
Hij wordt door Jan-Willem Anker aangehaald in zijn roman Een beschaafde man (2012) die gaat over Thomas Bruce, de zevende graaf van Elgin, en zijn verlangen om te verzamelen. Een bezigheid die zo uit de hand loopt dat het Lord Elgin in financiële problemen brengt. Zijn vader is – zo gaat het verhaal bij Jan-Willem Anker – bereid om onder voorwaarden de hobby van zijn zoon te bekostigen.
De vader de zoon dwingt om na terugkeer zijn zetel in het House of Lords weer in te nemen, heeft voor het Griekse culturele erfgoed geen schadelijke gevolgen. Een andere voorwaarde wel:
‘Mijn tweede voorwaarde is dat je probeert om niet alleen maar kopieën te maken, maar dat je, indien de gelegenheid zich voordoet, ook een paar originelen meeneemt. De verkoop daarvan zou lucratief kunnen zijn, snap je? Met de winst is het mogelijk de kosten te dekken die er gemaakt worden om de kopieën te vervaardigen. Vlak voor we vertrokken, werd een van die prachtige marmeren stoelen gebracht. Wie weet wat er nog meer is. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt.’
De kunstenaars die Lord Elgin heeft ingehuurd om kopieën te vervaardigen, hebben – ook alweer volgens Jan-Willem Anker – onbeperkt toegang tot de Akropolis in Athene:
‘Het mooiste is dat de kunstenaars overal mogen graven en dat alles dat ze interessant vinden meegenomen mag worden naar huis. Is dat niet heerlijk? Hunt verricht Grootse Daden! Het lijkt er sterk op dat onze verzameling niet beperkt blijft tot twee marmeren zetels. We hoeven ook geen kopieën meer te laten maken. Vertel het maar zo snel mogelijk aan Pappie: het is ons toegestaan om de originelen mee te nemen. Alleen al om het idee dat we ooit genoegen hebben willen nemen met fletse kopieën hoor ik Eggy dagelijks schertsen. Hij is tot nieuwe inzichten gekomen. Voor hem is een kopie tegenwoordig niets meer dan een fantasie, een tot mislukken gedoemde poging tot nabootsing, een loze verdubbeling van beelden in een wereld die daar prima zonder kan. Zelf zou ik het verschil niet zien tussen kopie en origineel, maar het idee dat het origineel de vingerafdruk van de Kunstenaar draagt, doet me hopen dat we zo vee mogelijk zullen veiligstellen’,
laat Jan-Willem Anker Mary, de vrouw van Elgin in 1801 aan haar ouders schrijver. Hunt is ‘reverend’ Philip Hunt die Lord Elgin tijdens zijn diplomatieke bezigheden buitenshuis terzijde stond. Hij hield Lord Elgin per brief op de hoogte van de vordering (dit is een brief van zijn hand).
De vader van Lord Elgin had een vooruitziende blik. Om schulden in te kunnen lossen werden onder andere The Elgin Marbles aan de staat verkocht. Voordat ze in een speciaal ontworpen zaal in het het British Museum belandden, zwierven ze eerst een tijdje. Weet Mary Beard die Het Parthenon schreef. Haar boek trok ik eerder deze week uit de kast, omdat Alessandro Baricco het er in Een bepaald idee van de wereld over heeft.
Ook Mary Beard refereert aan de inmiddels al langlopende discussie over her- en toekomst van The Elgin Marbles:
‘Slechte argumenten komen en gaan, net als goede. De controverse als geheel blijft, want zij weerspiegelt een belangrijk meningsverschil over de functie van ons culturele erfgoed, de verantwoordelijkheid die we dragen voor ons klassieke verleden en het nut van symbolische monumenten. Of je het nu leuk vindt of niet, beide partijen kunnen goede argumenten aanvoeren; anders zou het dilemma al lang geleden zijn opgelost. Niemand kan ontkennen dat het een aantrekkelijk idee is al het beeldhouwwerk van het Parthenon bij elkaar te brengen, als coherent geheel. Maar na tweehonderd jaar is het al even onloochenbaar dat de geschiedenis van Elgins marmeren beelden niet alleen onlosmakelijk met Athene verbonden is, maar ook met het British Museum, en dat deze niet zomaar kan worden herschreven door een goedbedoeld gebaar van “teruggave”. Natuurlijk heeft de Griekse natie een bijzondere band met het Parthenon. Maar tegelijk overstijgen de klassieke cultuur en haar symbolen al eeuwenlang de nationale grenzen.’
Ja, wat zal ik daar eens op zeggen. Stel dat het om Stonehenge ging. Dat de stenen die in Amesbury ontbreken ergens anders opduiken… Ergens anders, maar niet in het drijvende koninkrijk.
Als Amal Clooney deze missie tot een goed einde brengt, betekent dat dat ik The Elgin Marbles minder vaak zal zien. Maar dat heb ik er graag voor over.
Leave a Reply