Ik heb me heel vaak afgevraagd waar Boudewijn Büch het geld vandaan haalde om zijn verzamelingen te bekostigen. Want dat wat hij in huis had waardevol was en veel geld gekost moest hebben, was mij ook zonder dat ik die verzameling ooit met eigen ogen zag wel duidelijk. Hij moest er, denk ik, heel hard voor werken.
Dat werken zag er niet altijd uit als werken. Toen hij reclame maakte voor de exotische rijst van Lassie was het net of je naar De wereld van Boudewijn Büch zat te kijken. Dat was de bedoeling. Daarom was die campagne – Rijstleider van Nederland – een groot succes (het zal ook Boudewijn Büch geen windeieren gelegd hebben).
Na zijn plotselinge dood in 2002 zagen zijn intimi zich geplaatst voor een groot dilemma.
‘Wat moest er met die nalatenschap gebeuren? Dat was de vraag die wij ons stelden. Alles in de Nieuwe Kerk tentoonstellen, en dan gaan veilen? Het hele huis met inboedel door de gemeente Amsterdam laten kopen, en onder beheer plaatsen van het Amsterdams Historisch Museum? Er een instituut van maken voor excentriek onderzoek `a la Boudewijn? Een scala van opties passeerde de revue. Wij zagen het als onze taak om met een voorstel te komen waarbij Boudewijn zich niet in zijn graf zou omdraaien – en Erica kon dat het beste beoordelen – en waar de erfgenamen mee konden leven. Een kleine en enigszins representatieve dwarsdoorsnede in een museum onderbrengen en de rest veilen.
Dat is het geworden. En dan van de museumcollectie een catalogus maken die samen met de veilingcatalogi in een mooie cassette kon, waarmee de verzameling van Boudewijn toch in zijn geheel voor het nageslacht bewaard, althans herkenbaar zou blijven’,
schreef Steven Engelsman, directeur van het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden bij wijze van inleiding in Herkomst: Boudewijn Büch, het boek waarin Bert Sliggers een dwarsdoorsnede uit de verzamelingen van Boudewijn Büch beschrijft.
De wij waar Steven Engelsman het over heeft, was de groep die later het Comité van Vrienden werd genoemd: Erica Reijmerink, Roger van Boxtel, Marijke en Frits Barend en Steven Engelsman.
Tijdens de veiling ontfermden vrienden zich over wat Boudewijn Büch met zorg bij elkaar gebracht had.
Zij zijn nu bereid om een deel van hun bezit te veilen om Eva Rovers – de biografe van Boudewijn Büch – aan het werk te houden. Zo bieden Frits Barend, Henk van Dorp, Jan Mulder en Diederik van Vleuten hun gezamenlijk verworven correspondentie tussen Boudewijn Büch en Gerard Reve te koop aan tijdens de Boudewijn Büch Biografie Benefietveiling op 14 december a.s.
Crowdfunding was volgens Eva Rovers geen optie, al vindt ze een veiling een vorm van crowdfunding plus las ik in de krant:
‘Je kunt op de Büchveiling niet alleen een mooi item kopen: je draagt ook bij aan totstandkoming van een boek. Dus als die straks in de winkel ligt zijn er mensen die kunnen zeggen dat ze eraan hebben bijgedragen. Dat moet toch een bijzonder gevoel geven.’
Twintigduizend euro is er nodig om Eva Rovers haar werk te laten voltooien. Voor twintigduizend euro zou ik mijn principes niet overboord gooien. Twintigduizend euro, dat is niets… voor een bedrijf als Lassie. Dankzij Boudewijn Büch steeg hun marktaandeel substantieel. Twintigduizend euro zou een mooi gebaar zijn.
Leave a Reply