‘Of dit manuscript de pers ooit zal halen is de vraag, want de auteur maakte tot enkele jaren geleden zelfs geen gebruik van een schrijfmachine en of hij in zijn testament toestemming heeft gegeven om een in zijn ogen nog niet geperfectioneerde tekst persklaar te maken, is vooralsnog onbekend.’
Met die woorden besloot Daniël Koster in 2011 een artikel in het tijdschrift Lychnari: verkenningen in het Griekenland van nu de kort daarvoor overleden Patrick Leigh Fermor.
Daniël Koster – hij heeft (onder andere) verstand van Griekenland en van wandelen) – beschrijft, nadat hij de verdiensten van Patrick Leigh Fermor in kort bestek heeft beschreven, hoe William Dalrymple tijdens een bezoek aan Patrick Leigh Fermor een stapel paperassen zag liggen waarvan aangenomen mocht worden dat het om het vervolg op A Time of Gifts / Een voettocht langs Rijn en Donau en The Woods and the Water / Tussen wouden en water ging.
Als achttienjarige liep Patrick Leigh Fermor van Hoek van Holland oostwaarts, met de bedoeling om in Constantinopel uit te komen. Toen hem dertig jaar nadien om een stuk gevraagd werd over ‘de genoegens van het wandelen’ begon hij over die reis te schrijven:
‘Zonder te vermoeden waar hij aan begon, stortte hij zich in een beschrijving van zijn heroïsche tocht. Bijna zeventig bladzijden alter was hij nog maar op twee derde van de hele reis – even voor de Bulgaarse grens bij de IJzeren Poort – en de tucht om zich in te houden viel hem te zwaar. Diepe mijnschachten in zijn geheugen gingen open. Van de ene zin op de andere schudde hij de beperkingen van een artikel van zich af. De eerste zeventig bladzijden werden terzijde geschoven en toen hij het verhaal weer oppakte, nu schrijvend in het natuurlijke tempo van zijn tocht, was hij bezig aan een volwaardig boek – van Bulgarije naar Turkije. Alle details van zijn trektocht – de zijpaden in de geschiedenis en de taal, de kleurrijk getekende personages, de enthousiaste observaties van architectuur en landschap – dromden op de bladzijden samen’,
(vertaling: Barbara de Lange)
schrijven Colin Thubron en Artemis Cooper in het voorwoord van The Broken Road / Een onvoltooide reis: van de IJzeren Poort tot de berg Athos. Het manuscript heeft de pers dus gehaald.
Tekstbezorgers Colin Thubron (hij reist en schrijft) en Artemis Cooper (zij schreef Patrick Leigh Fermor: an Adventure; zij stuitte tijdens de research voor de biografie op een typoscript van wat toen nog A Youthful Journey /Een jeugdige reis heette) zijn zich terdege bewust van het derde deel nooit verscheen omdat Patrick Leigh wat hij geschreven had niet goed genoeg vond.
‘Uiteindelijk moesten we natuurlijk de lastige vraag onder ogen zien: zou Paddy [Patrick Leigh Fermor, lw] hebben gewild dat deze twee verslagen [behalve Een jeugdige reis bevat Een onvoltooide reis ook het dagboek dat Patrick Leigh Fermor tijdens zijn verblijf op de berg Athos bijhield, lw] in boekvorm uitkwamen? Toen hij nog leefde had het antwoord misschien nee geluid. Maar in zijn laatste maanden waren er tekenen die erop wezen dat hij het redigeerwerk aan half denkbeeldige anderen overliet. Er waren stukken die eruit moesten, zei hij, en bepaalde indrukken die hij gewijzigd wilde hebben (daar hebben we natuurlijk voor gezorgd). Tussen zijn papieren lag een contract voor het boek, samen met Murray getekend in 1992.
Toen hij overleed, had hij al zo veel moeite en denkwerk in de teksten geïnvesteerd dat het jammer en verkeerd leek ze naar een archief te verwijzen. Een onvoltooide reis is misschien niet exact het “derde deel” waar hij zo mee heeft geworsteld, maar het bevat in elk geval de vorm en de geur van het beloofde boek, en daar moet zijn reis bij blijven.’
Het bijzondere van A Time of Gifts en The Woods and the Water is dat Patrick Leigh Fermor als volwassen man terugkijkt op zijn rite de passage om dat woord ook zelf – ik heb net Droomportaal: verhalende essays van Willem Jan Otten uit, een verzameling rites de passage – maar eens te gebruiken. Het is dus meer dan een reisverhaal.
Ik vermoed dat hetzelfde geldt voor het eerste deel van Een onvoltooide reis: van de IJzeren Poort tot de berg Athos, het deel dat het meest in aanmerking komt om het derde deel van de trilogie genoemd te worden. Terwijl het dagboekdeel waarmee Een onvoltooide reis besluit, ter plekke – op de berg Athos – geschreven is in 1935. Door een jongen / jongeman /man van twintig.
Ik denk dat ik met het dagboek begin…
Leave a Reply