Eigenlijk is het een groot misverstand, maar toch mag meneer Hartman met kerst niet meer komen eten bij zijn buurvrouw. Zij denkt namelijk dat hij haar rode kater met opzet verwond heeft. Jan Willem – zo heet de kater, naar de overleden man van buurvrouw Doris – is hem, en dat weet zij natuurlijk, een doorn in het oog.
Even is meneer Hartman ten einde raad, want met wie moet hij nu zijn dagelijkse maaltijd nuttigen (en van samen scrabbelen kan ook geen sprake meer zijn).
‘De ronde tafel’, een maaltijdbezorgdienst brengt uitkomst, behalve dan…
‘ “Nee,” zei de jongen, “het spijt me, maar op feestdagen bezorgen we niet.”
“Jammer,” zei Hartman. “Ik hoopte het even, omdat de kerstdagen niet in het weekend vallen.”
“Ik dacht dat u bij uw buurvrouw onder de pannen zou zijn?”
“Dat gaat niet door. Ze is boos op me.”
“Wat heeft u dan gedaan?”
Hartman keek in het jonge gezicht – wat schraal en bleek, een ringetje door de neusvleugel, pikzwarte wenkbrauwen onder geel haar – en zei: “Het is een vergissing.”
“Dat is toch zonde als je oud bent,” zei de jongen. “Ik zou het maar gauw goedmaken.”
“Dat wil ze niet, geloof ik.”
De jongen grijnsde. “Meisjes, hè, het blijven meisjes.”
Onder het geluid van D.J. Onion’s Breakbeat stapte hij het busje en Hartman had even een visioen van een oerwoud in de stille laan.’
De dagen voor kerst geven ze elkaar geen duimbreed toe. Maar dan krijgt meneer Hartman een fles wijn cadeau en weet hij wat hem te doen staat. Samen een glaasje drinken. Op haar stoep wordt hem duidelijk dat zij niet de gulle gever is. Maar wie dan wel? Hij realiseert zich dat het verstandiger is om zich dat niet hardop af te vragen. Hij is van harte bereid een knieval te maken, want Doris is niet zomaar een buurvrouw.
Ook voor de lezer staat niet voor honderd procent vast wie in het kader van een verzoening het gebaar maakte.
(Donkere dagen staat in Het andere gezicht en in De verhalen.)
Leave a Reply