Hoeveel voeten het in de aarde had om foto’s te vinden van Gerard Heineken weet ik uit eigen ervaring. Omdat ik de fotoalbums van een zekere familie met een buiten in een dorp waar ook de Heinekens een buiten hadden gedigitaliseerd had, kwam de man die Annejet van der Zijl tijdens de research terzijde stond, tenslotte bij mij uit.
Maar omdat ik alleen de tronies van de mensen waarvan het portret bij wijze van visitekaartje in het album gestoken was gefotografeerd had, kon niet met zekerheid vastgesteld worden of de man die trekken van Gerard Heineken had daadwerkelijk de bierbrouwer was.
Of ik de eigenaresse van de albums niet kon bewegen dat ene album uit de opslag te vissen, zodat aan de hand van eventuele aantekeningen op de achterkant en/of de naam van de fotostudio enige zekerheid omtrent de identiteit van de man met de bakkebaarden verkregen kon worden.
Ik wist dat ik dat niet kon, maar deed een dappere poging. En daarna nog een en nog een, want de researcher was een aanhoudend type. Ik begon me steeds bezwaarder te voelen, zeker nadat de researcher alles wat hij tijdens het zoeken naar Gerard Heineken bij wijze van bijvangst over die familie met een buiten in het dorp waar ook de Heinekens een buiten hadden vrijgevig ter beschikking stelde. Zijn inspanningen leidden zelfs tot een familiereünie of twee.
Dat er zoveel komt kijken bij het schrijven van een boek wist ik al. Dat het een schrijver soms spijt dat buitenstaanders daar geen weet van hebben, werd me meer dan eens ingewreven. Maar niet door Annejet van der Zijl.
Overigens begreep ik toen ik Gerard Heineken: de man, de stad en het bier las, waarom ze zo graag wilde weten of het Heineken was. Van Gerard Heineken ontbrak in de familiearchieven bijna elk spoor. Toen Annejet van der Zijl aan haar onderzoek begon, had ze de beschikking over één brief en:
‘Dan was er die ene foto, die dateert van ongeveer twintig jaar later. We zien een oudere man met een wat zorgelijke blik, de rest van zijn gezicht zo goed als helemaal verborgen achter de grote bakkebaarden die destijds in de mode waren. Het portret valt eigenlijk moeilijk te rijmen met al dat jeugdig elan van de brief. En dus moest ik verder zoeken. In familie- en bedrijfsarchieven, in kranten en boeken, in de annalen van de stad Amsterdam en in de nagelaten documenten van de talloze culturele en liefdadigheidsorganisaties waarin GerardAdriaan Heineken actief bleek te zijn geweest.’
Voor de goede orde: die ene foto van die ‘oudere man met een wat zorgelijke blik’ was niet de foto in het album van die zekere familie.
Leave a Reply