Bijna zijn hele oeuvre staat hier in een voor mij onleesbare taal in de kast. Maar gelukkig is er ook het één en ander vertaald in het Nederlands. Gisteren las ik Het epos van sjeik Bedreddin, zoon van de kadi te Simavne, en dus hoorde ik op de valreep niet bij de mensen die ’s avonds tijdens de openingsavond van het Nâzim Híkmet Festival hun hand opstaken omdat ze eerlijk durfden te bekennen nog nooit iets van de Turkse schrijver/dichter gelezen te hebben.
Nâzim Híkmet (1902 – 1963) bracht het grootste deel van zijn leven in gevangenschap of ballingschap door. Zoveel had ik al begrepen. Wat ik mij tijdens het gesprek dat vooraf ging aan de vertoning van de documentaire Nâzim Híkmet van Can Dündar realiseerde, is hoe vrij schrijvers in Nederland eigenlijk zijn (en dat het dus geen wonder is dat ze nauwelijks de behoefte voelen om via hun werk echt een statement te maken). Zij kunnen zonder gevaar voor eigen leven daden van literair verzet plegen.
Ik werd door wat de mannen aan tafel – van wie er minstens één zelf ook zijn land ontvluchtte – over Nâzim Híkmet en zijn werk vertelden extra nieuwsgierig. Nieuwsgierig naar Menslandschappen. Een omvangrijk episch gedicht, in de gevangenis geschreven. ‘Een aaneenschakeling van portretten, gesprekken en beschrijvingen van mensen onderweg in hun landschap.’ En nieuwsgierig naar Brieven aan Taranta-Babu.
Inmiddels heb ik ook Brieven aan Taranta-Babu gelezen.
‘Een man vindt in zijn huurkamer in Rome de brieven van een vorige huurder – afkomstig uit Abessinië, het huidige Ethiopië – aan zijn vrouw Taranta-Babu. Hierin beschrijft de Abessiniër de Italiaanse sociale situatie van 1935, en ook geeft hij een aangrijpende indruk van het opkomen fascisme in die jaren. Vanuit Italië ziet hij de inval in Abessinië al aankomen en vreest voor het lot van zijn vrouw.
Als de nieuwe huurder de brieven vindt is de Abessiniër gearresteerd en geëxecuteerd door het fascistische regime. De brieven zijn nooit verstuurd’,
staat er op de achterflap.
Dit is de vierde brief:
Even beroemd als Italië’s
zijden sjaals waarop stoeiende zonnen zijn geborduurd
haar hoefijzers van zwarte muilezels op de wegen naar Pompeï
haar draaiorgel in welks beschilderde kast het hart van Verdi klopt
en haar heerlijke spaghetti
even befaamd is haar fascisme,
Taranta-Babu
Fascisme in Italië
een via de scepter der grote grondbezittende graven uit Emilia
en via de ijzeren kassa’s van de bankiers uit Rome
in het kale hoofd van de Duce eensklaps opgegaan licht,
Taranta-Babu
Dit
licht
morgen
zal het neerdalen
op de graven in de vlakten van Abessinië.
(vertaling: Thijs Rault)
De wereld is nog niet zo heel veel veranderd sinds 1935 en het werk van Nâzim Híkmet heeft nog niets aan relevantie ingeboet.
Het Nâzim Híkmet Festival duurt nog drie dagen. Brieven aan Taranta-Babu en Menslandschappen staan op het programma.
Voor wie Nâzim Híkmet niet kent en net als ik het Turks niet machtig is, hier een korte inleidende reportage over zijn leven en werk:
Leave a Reply