‘Mijn stem. Geaffecteerd. Ik praat me boven mijn sociale klasse uit. Ik schaam me voor mijn afkomst’, laat Arie Storm Frans Kellendonk zeggen in Het laatste testament van Frans Kellendonk (een boek dat je zelfs met de beste wil van de wereld geen ‘scherp en authentiek portret van de schrijver’ kunt noemen).
Een personage dat Frans Kellendonk heet, luistert in dat boek naar Frans Kellendonk. Hij luistert mee met ‘zijn biograaf’ die luistert naar een interview waarin de schrijver reageert op Aad Nuis die meent de schrijver op antisemitisme te hebben kunnen betrappen. Als het interview plaatsvindt is mei 1986. Mystiek lichaam is net uit.
Als ik dat lees, realiseer ik me dat ik me niet meer kan herinneren hoe Frans Kellendonk klonk.
Zo dus…
(een beetje als Arnon Grunberg).
Geaffecteerd? Boven een klasse uitstijgend? Ik weet niet waar Arie Storm het vandaan haalt, maar ik hoor het niet. Ik hoor zelfs niet dat Frans Kellendonk getergd is door wat hem en zijn boek overkomt (waar Arie Storm hem woede in de mond legt).
Ik lees het ook niet in de transcriptie van het interview die is opgenomen in Verzameld werk 2: essays en artikelen, waarin ook andere door Kellendonk ten tijde van het verschijnen van Mystiek lichaam gegeven interviews zijn opgenomen.
Frans Kellendonk was een gewaarschuwd mens en stond op scherp. Hij neemt het voor de literatuur op en en passant neemt hij zijn boek in bescherming.
Dat deed hij overigens vier dagen voor het interview met Ad Fransen in VPRO Boeken in een brief aan Aad Nuis – opgenomen in Frans Kellendonk: de brieven – in praktisch dezelfde bewoordingen. Ik citeer alleen de openingsalinea en de laatste twee zinnen:
‘Zojuist je baksteen door mijn ruit gekregen. Ik was natuurlijk gewaarschuwd. De oprechte en kordate wijze waarop Willem Kuipers van voorpublicatie heeft afgezien, de aankondiging in ISBN door Martin Ruyter, die het boek overduidelijk slechts van horen zeggen kende – allemaal tekenen dat de Volkskrant mijn boek niet lustte.’
(…)
‘Dit is geen ingezonden brief. Ik zal op eigen gelegenheid nog wel eens terugkomen op je bespreking.
Beterschap,
Frans Kellendonk’
Leave a Reply