Donderdag – tijdens de opening van Winternachten – schoten mij de woorden van een oud-klasgenoot te binnen. Toen we in het jaar nadat we ons eindexamen haalden, terugkeerden naar school om degenen die op het punt stonden een vervolgopleiding te kiezen te vertellen hoe onze keuze ons beviel, snauwde hij mij toe dat zijn keuze – de School voor de Journalistiek – zeker niets voor mij geweest zou zijn. Hij vond mij geloof ik niet doortastend genoeg om journalist te zijn. Ik voorzag toen al dat ik niet mijn hele leven bibliothecaris zou blijven.
Ergens tussen toen en nu werd ik van bibliothecaris dus journalist. Dat was de voorlaatste keer dat ik aan de woorden moest denken van de jongen waarvan ik niet weet of hij daadwerkelijk journalist is geworden.
Je hebt journalisten en journalisten. Hoewel ik van harte onderschrijf dat een journalist er alles aan moet doen om de onderste steen boven te krijgen, weet ik niet of ik dat onder alle omstandigheden zou durven beweren. Laat staan ten uitvoer brengen.
Ik weet niet of ik zo dapper zou zijn als Can Dündar die het waagde te berichten over wapenleveranties van Turkije aan islamitische strijders in Syrië. Hij haalde zich de woede van Erdogan op de hals en betaalde een hoge prijs. Can Dündar zit – samen met een collega – sinds november vorig jaar in de gevangenis. Terwijl hij gewoon zijn werk deed.
Donderdag nam Dilan Dündar op de openingsavond van Winternachten namens haar man een Oxfam Novib / PEN Award in ontvangst. Zoals Habtom Yohannes namens de Eritrese dichter, songwriter en journalist Amanuel Asrat een award in ontvangst nam. En de schrijver Alaa Al Aswani namens zijn Egyptische collega Omar Hazek.
Voor het eerst sinds Oxfam Novib en PEN de awards uitreikt (2001), was geen van de drie laureaten er zelf om de prijs te komen halen. Omar Hazek was wel onderweg naar Den Haag, maar de autoriteiten verboden hem Egypte voor deze gelegenheid te verlaten.
Zo nodig zijn die awards dus. Al vond Habtom Yohannes dat de prijs voor Amanuel Asrat veertien jaar te laat komt. Amanuel Asrat werd in 2001 opgepakt. Of hij nog leeft, is niet zeker. Waarom trokken collega-schrijvers niet eerder aan de bel?
Can Dündar doet hetzelfde werk als ik, maar onder totaal andere omstandigheden. Ik weet niet of ik alles op alles zou zetten als ik mijn werk onder zijn omstandigheden zou moeten doen.
Komt dat omdat ik niet doortastend genoeg ben? Ik denk het niet. Als het moet, houd ik vast en vraag ik door. Als journalist kost me dat minder moeite dan als mens. Ik denk dat het komt omdat ik nog nooit in omstandigheden verkeerd heb, waarin de waarheid van levensbelang is. Ik weet dus niet of de waarheid mij alles en eventueel mijn leven waard is.
Leave a Reply